lezen. Zij worden vlot en puntig weergegeven. Aan het slot onderneemt de auteur een poging tot het schetsen van de bete kenis van Budding. Het probleem is minder, aldus Dekker, waarom Budding was zoals hij was, maar meer hoe men zijn buitennissigheden en soms heel rare capriolen heeft kunnen slikken. Dat zijn volgelingen hem vereerden en veraf goodden is tot daar aan toe, maar hoe is te verklaren dat ook zijn tegen standers in zijn ban raakten of bleven? Dekker concludeert dat Budding paranormale begaafdheden bezat, 'een zekere mate van helderziendheid was hem niet vreemd'. Tijdgenoten van hem hebben voorbeelden gegeven van voorspellingen die zijn uitgekomen, hetgeen zijn imago van profeet verhoogde. Over Budding is, naar het lijkt, het laatste woord nog niet geschreven, zeker niet als het gaat over de inhoud van zijn prediking in de verschillende fasen van zijn optreden. Dekkers boekje laat ons in elk geval kennis maken met een zeer boeiende figuur, die op een redelijk toebereide Zeeuwse akker zaad heeft gestrooid, dat tot in onze dagen vruchten oplevert. J.J. Tevel dr. C. Dekker Huibert Jacobus Budding, 1810-1870, en zijn gemeenten in Zeeland; Uitgave: Heemkundige Kringen De Bevelanden en Walcheren; prijs 15,50 (leden), 21,- (niet-leden). 'Mens en Zee en Land' Zaterdag 31 mei j.I. was het feest in de Middelburgse abdij. De Stichting Het Zeeuwse Landschap vierde haar vijftigjarig bestaan! Tijdens het ochtendpro gramma boden verschillende sprekers in de Statenzaal hun felicitaties aan en gingen (al dan niet uitvoerig) op die halve eeuw landschapsbescherming in. 's Middags was er een soort markt op het Abdijplein, waar allerlei vereni gingen, vooral op het gebied van natuurbescherming, zich presenteerden. Onze kring was daarbij ook present. 's Morgens werd tevens het eerste exemplaar van het jubileumboek van de jarige stichting aangeboden aan de Commissaris van de Koningin in Zeeland. Dit boek, dat de titel draagt 'Mens Zee Land. Het beheer van het Zeeuwse landschap', telt 192 pagina's en 239 illustraties (227 foto's, 11 tekeningen en 1 kaart), alle in kleur. Het is geschreven door diverse medewerkers van de Stichting Het Zeeuwse Landschap, onder redactie van dr. P.H. Nienhuis en R.J.B.M. Willems, respectievelijk secretaris en directeur van de stichting. Na een kort voorwoord, een gedicht op Zeeland en een ten geleide van de redactie wordt in een viertal grote hoofdstukken ('Hoe het begon en groeide', 'Het landschap nu, door de mens bepaald', 'Het landschap beheren' en 'De beheerder op de voet gevolgd' (dat weer in vier gedeelten is opgesplitst en waarvan het laatste over 'Ter Hooge' in ons heem handelt) ontwikkeling en werking van Het Zeeuwse Landschap uiteengezet. Het boek wordt afgesloten met een kort informatief overzicht ('Wat U moet weten over Het Zeeuwse Landschap'). De aanleiding tot de oprichting van Het Zeeuwse Landschap in 1936 was de dreigende verkoop en opsplitsing in bouwkavels van het Walcherse landgoed Hoogduin. Mr. P.G. van Tienhoven, voorzitter van de Vereniging tot Behoud 33

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1986 | | pagina 35