Vlissingen zou een onoverwinnelijke vesting moeten worden en alleen overwinbaar zijn als het helemaal plat werd gebombardeerd. Napoleon was woest op de bevelhebber van de stad, Generaal Monnet, die zich in augustus 1809 aan de Engelsen had overgegeven. Volgens Napoleon mocht dit nooit meer gebeuren. Aard van de gangen Tot het verdedigingsstelsel behoorde ook het gangenstelsel in de Boulevard bovenaan de Coosje Buskenstraat. De beer diende om het zeewater uit de stadsgracht te houden. Bovenop de beer was een torentje om de vijand te beletten over de beer op de wal te komen. De beer zelf was hol, met schietgaten aan de landzijde, van waaruit men de vijand uit de droge gracht aan de voet van de stadswallen kon houden. Ook onder de Boulevard De Ruyter en de Coosje Buskenstraat was en is een gangenstelsel te vinden. Deze gangen kwamen uit onder de wal naar de Gasthuisstraat. Ze werden gebruikt om vanuit de stad ongezien naar buiten te komen om de vijand, wanneer die dan ver opgedrongen was, onder vuur te nemen, ofwel om via een ander gangenstelsel evenwijdig aan de Boulevard Banckert zowel aan de zeezijde als aan de landzijde de hele zaak te kunnen ondermijnen. Helaas is de hele omloop via de beer niet meer bereikbaar, omdat een gedeelte in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers is verwoest. Maar een verbindingsgang tussen de beide gangenstelsels van de beer is er nog wel. Deze bestaat uit een betonnen gang, in 1939 door de gemeente Vlissingen aangelegd en bedoeld als schuilgang, zoals de gangen in de Napoleontische tijd ook gebruikt werden. De gangen zijn daarom toch wel uniek omdat het in ons land één van de eersten zijn die gebouwd zijn met gebruikmaking van de nu bestaande maten. Dit was in Frankrijk uitgevonden in 1798 en in Nederland officieel in 1820 ingevoerd. Het gangenstelsel is uit ca. 1810 en werd dus in Nederland als eerste volgens het nieuwe 'matenstelsel' gebouwd. Het is dus vrij snel na de invoering in Frankrijk hier toegepast. Lotgevallen Vesting Napoleon heeft de bouw van het stelsel enorm gestimuleerd. Hij was zeer goed op de hoogte van de situatie in Vlissingen. Driemaal was hij hier: in 1803, in 1810 en in 1811. Vele miljoenen francs heeft het systeem van Vlissingen gekost. Het heeft niets geholpen. Op 6 mei 1814 hebben de Fransen Vlissingen verlaten. Daarna kon de groei van de stad beginnen met de aanleg van de lange Boulevard en de bebouwing ervan. Marco Hamelink, Marco ten Vaanholt, Jordan Daane, Leo Jaspcrse. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1986 | | pagina 27