k eleze Twee boeken deze maal. Eerst de monumenten. 30 Oktober 1985 vond in het stadhuis te Zierikzee de aanbieding plaats van het eerste exemplaar van het eerste deel van het nieuwe kunstreisboek van Nederland. Minister Brinkman van het Ministerie van Welzijn, Volksgezond heid en Cultuur, die 'een dagje Zeeland' deed ('s middags opende hij de nieuwe archiefbewaarplaats in Veere) ontving dit eerste exemplaar over de provincie Zeeland. De samensteller van het Kunstreisboek Zeeland is de in onze Kring niet onbekende kunsthistoricus drs. Peter Don. Hij hield een inleiding over de familie Keldermans tijdens onze excursie naar Mechelen in 1984 (die u in verkorte vorm in De Wete van april 1985 - 14e jaargang no 2 - kunt vinden). Het eerste kunstreisboek verscheen 45 jaar geleden, het beleefde diverse herdrukken. Ook kwamen er per provincie overdrukjes (van bescheiden omvang). De nu geplande achtste geheel herziene en uitgebreide druk bestaat uit 11 delen, waarvan er inmiddels twee zijn verschenen (korte tijd na het eerste, Zeeuwse, deel verscheen het deel over Zuid-Holland, eveneens van de hand van Peter Don. De opzet van de kunstreisboeken is wat gewijzigd. Het Zeeuwse deel, dat 184 bladzijden omvat, opent met een kort historisch overzicht. Daarna volgen beknopte hoofdstukken over nederzettingsvormen, bouwmaterialen, kerken, woonhuizen en buitenplaatsen, bedrijfsgebouwen en de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Vervolgens worden alfabetisch per plaats de belangrijkste bouwwerken behandeld, zoals dat ook in de oude kunstreisboeken al het geval was. De gegevens zijn geheel bijgewerkt. Tevens wordt aandacht besteed aan 19e en 20ste eeuwse monumenten. Nieuw zijn de functionele (zwart-wit) illustraties; handig zijn de bij de grotere gemeenten opgenomen stadsplattegrondjes. De vermelde gegevens zijn feitelijk en zakelijk en naar mijn idee nauwkeurig (maar dat het pand Molenwater 97 te Middelburg - thans rayonkantoor van de PZEM - omstreeks 1780 voor de WIC werd gebouwd geloof ik niet, blz. 103). Het boek wordt besloten met een literatuuropgave, een verklaring van enige termen, een topografisch register en een register van kunstenaars en ambachts lieden. Een goede, handige en handzame uitgave, dit in opdracht van de minister van WVC, onder toezicht van de rijkscommissie voor de monumentbeschrijving en de rijksdienst voor de monumentenzorg, uitgegeven kunstreisboek. Van de monumenten gaan we naar folklore en dialect. Ons erelid mevrouw C.I. van Nieuwenhuyzen, bekend van haar regelmatige bijdragen aan 'De Wete', hield 18 december 1.1. een lezing over en in het dialect (zie voor een verslag elders in dit nummer). Zij noemde daarbij uiteraard ook Jan Vader. Met de twee bundels van zijn verhalen ('k Gaen ik een stikje schrieve' en 'Kersaon uut 't Slopje') had onze Kring veel succes. Een aantal verhalen van Jan Vader zijn te vinden in de onlangs door Uitgeverij Den Boer op de markt gebrachte verhalenbundel 'Goed Zeeuws, goed rond'. Het gaat hierbij om een selectie uit de eerder verschenen boeken 36

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1986 | | pagina 38