JACOB CATS
'Kinders zijn hinders...', dat
kennen we allemaal wel als ge
schreven zijnde door 'Vader'
Cats. Dat deze Zeeuwse dichter
veel meer gepresteerd heeft op
uiteenlopende terreinen, vertel
de ons de heer Katsman op 20
november. Zijn verhaal werd
geïllustreerd met dia's (en wat
bezit ons land schitterende
kerkinterieurs!) en declamatie
uit Cats'bundel.
'Twee en tachtigh jarigh leven'
door mevrouw Verschure.
Cats leerde de dichtkunst al op
het lyceum in Zierikzee.
Hij studeerde rechten in Leiden
en voltooide die studie in Orle
ans, terugkerend in het Zeeuw
se als Dr. in het Romeins
Recht.
Dit kwam hem 1600 van pas,
toen hij als pleiter in Middel
burg aangesteld werd. De kaapvaart bloeide t.t.v. de Tachtig-jarige oorlog en
als betaling voor de kaperbrieven waren de 'kooplui' verplicht een deel van de
opbrengst aan de stad Middelburg af te staan. Dat deze verplichting ontdoken
werd, zal U duidelijk zijn. Dus werk aan de winkel voor pleiter Cats, zoals hij
zelf dicht:
'Mits op dese wys veel handels wierd gedreven
Soo heeft het my beslag en oeffening gegeven'.
Maar het Twaalfjarig Bestand maakte een eind aan deze bron van inkomsten.
En Cats zocht zijn heil elders... Een kruiwagen komt altijd van pas: Zijn
broer, burgemeester van Brouwershaven, attendeerde Jacob op de droogma
king van ondergelopen landerijen in West-Zeeuws Vlaanderen. De inpoldering
daarvan legde de dichter geen windeieren: Een kerkbank in de kerk van
Groede, de bekende Catshoeve in deze buurt en de bijnaam 'godvruchtige-
moneymaker'. Dat deze gebieden het eigendom waren van, of belasting
plichtig aan de Vlaamse Kloosterorden, werd door hem over het hoofd gezien.
Na hervatting van de oorlogshandelingen, verzette Cats de bakens opnieuw en
werd achtereenvolgens stadspensionaris van Middelburg en Dordt. Hij reikte
zelfs tot in de Staten van Holland en Zeeland.
Hij hoefde echter niet te leven van de opbrengst van zijn dichterschap. De
Zeeuwse taal, Zeeuwse aard en het Zeeuwse landschap inspireerden hem.
Op de Munnikenhof bij Grijpskerke heeft hij veel gedicht. Hoewel de stijl van
zijn werk ons misschien wat barok aandoet, sloot Cats in zijn woordkeus
zoveel mogelijk aan bij de omgangstaal van zijn tijd. Wie de werken van Cats
34