Natuurlijk moesten de Hoogelanders zelf voor het onderhoud der kerk en voor de kerkdiensten zorgen. Zo moest de pastoor leven van hetgeen de kerk aan koliekten opbracht. Verder genoot hij de tienden van de veldvruchten. Van elke bezaaide akker moest bovendien nog één schoof aan de koster gegeven worden. De kerk is gebouwd met zgn. Zeeuwse moppen van verschillende grootte. Zoals alle oude kerken, was ook deze op het oosten georïenteerd, d.w.z. dat het altaar in het koor stond. Dat koor was dan het oostelijk deel van de kerk. De Hoogelandse Kerk van St. Maarten werd tijdens het beleg van Middelburg door de Geuzen (1572 - 1575) verwoest, evenals de andere hiervoor bedoelde kerken wier ruïnes in de 19e eeuw verdwenen zijn. Over bleef slechts een gedeelte van de muren van het koor en de scheidingsmuur met spitsboog tussen het koor en het schip van de kerk. Eeuwenlang stond de ruïne, het 'stik stêên', als een niet weg te denken element in het Walcherse landschap. In de jaren 1964 en 1965 vond onder toezicht van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg de restauratie en herbouw plaats van de ruïne en verrees de huidige Kapel. De parocianen hebben naar alle waarschijnlijkheid rond de kerk gewoond. De dorpshuizen lagen dan buiten de dubbele singel die nu nog rond de terp ligt. Het is echter niet duidelijk of ter plaatse reeds mensen woonden vóórdat de terp werd opgeworpen en of zij reeds vóór de kerkstichting in een nederzetting bijeen woonden. De Kapel wordt thans gebruikt voor het houden van kerkdiensten, meest huwelijks- en doopdiensten, het geven van concerten en lezingen, ook wel voor tentoonstellingen, alhoewel voor dit laatste een aparte ruimte beschikbaar is. Over die ruimte het volgende: Na het droogvallen van Walcheren in 1947 werden op vele plaatsen op het eiland zgn. nood-schuren gebouwd, zo ook één bij de ruïne van Hoogelande. Deze schuren dienden als koeiestal. Toen de boerderij naast de Hoogelandse ruïne was herbouwd, was er aan de noodstal eigenlijk geen behoefte meer. Natuurlijk werd de schuur nog wel be nut als opslagruimte, maar eigenlijk moest het bouwsel worden afgebroken. Inmiddels had de restauratie van de ruïne plaats gevonden en was de Kapel van St. Maarten gebouwd. Er bleek toen behoefte te bestaan aan een ruimte die als consistorie en ontvangstruimte kon dienen. De heer Hoegen, zoals reeds vermeld eigenaar van onder meer de Kapel, kreeg het voor elkaar dat de noodschuur niet afgebroken hoefde te worden. Hij verbouwde de noodstal tot een ruimte, comfortabel ingerichte ontvangstgelegenheid, waarin thans iedere zomer tentoonstellingen gehouden worden. U kunt dus zelf gaan kijken wat er van die noodstal geworden is. Stichting Kapel van St. Maarten Het koor van de tot ruïne geworden oude Kerk van St. Maarten in Hoogelande herbouwen/restaureren tot Kapel impliceert, dat daarna in zo'n Kapel ook het één en ander moet gebeuren. Als de Kapel voortdurend leeg had gestaan na de herbouw, zouden we naar alle waarschijnlijkheid thans wederom tegen een ruïne hebben aangekeken. Daarom besloot de huidige ambachtsheer een Stichting in het leven te roepen voor het 'exploiteren' van de Kapel. Die instelling, de Stichting Kapel van St. Maarten, probeert aan de Kapel een nuttige bestemming te geven 'in de geest van het gebouw'. Daartoe geeft de stichting gelegenheid tot het houden van kerkdiensten, lezingen, concerten in 12

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1986 | | pagina 14