zorgen. Wel was er een overeenkomst met de medische staf dat deze ook de
gewonden onder de burgers zou behandelen, indien nodig. En dat bleek kort
daarna dan ook inderdaad nodig te zijn.
Wat was het geval? De Duitse bezettingstroepen trachtten ter versterking van
de verdediging van de Sloedam steeds nieuwe manschappen en nieuw materieel
aan te voeren. De geallieerde luchtmacht daarentegen trachtte dit zoveel
mogelijk te voorkomen door die transporten aan te vallen, 's Avonds en
's nachts werden de rijkswegen naar de Sloedam door middel van een soort
fakkels verlicht zodat de transporten geen gebruik meer konden maken van die
grote wegen. Men zocht dus als het ware sluipwegen, die echter door en/of
vlak langs Arnemuiden liepen. Bovendien zouden er bij het dorp geschuts-
opstellingen gestaan hebben. Kortom, toen de strijd om de Sloedam niet
verliep zoals men van geallieerde zijde verwacht had, begon men alle door
luchtverkenning opgespoorde geschutsopstellingen te beschieten en vanuit de
lucht te bombarderen. Daardoor kwam ook Arnemuiden onder artillerievuur
te liggen.
Op 31 oktober stonden, volgens een verklaring van een ooggetuige, enkele
honderden mensen op de kade in Arnemuiden te kijken naar 'de oorlog die
woedde op en rond de Sloedam': naar de ontploffende granaten, de aanval
lende vliegtuigen, enz. Enkele mannen waarschuwden, dat het toch veel te
gevaarlijk was om daar zomaar te staan kijken met zovelen. Het antwoord
was, dat Arnemuiden toch een lazaret was en dat zulks toch duidelijk te zien
was door het grote aantal rode kruisen op de daken. Enkele minuten later
- het moet omstreeks 4.00 uur in de middag geweest zijn - vielen de eerste
granaten in het dorp en waren ook reeds de eerste doden te betreuren. De be
schieting duurde, met tussenpozen, tot de morgen van de 4e november. Toen
hoorde men het knetteren van mitrailleurs op de rijkswegen. Ook bleek toen
dat de Schotten bij de boerderij van Noom (Toen al Kloet) in de Bijleveld-
polder geland waren en dat deze richting Arnemuiden oprukten. Op 5 novem
ber trokken de Schotten Arnemuiden binnen en kon de balans opgemaakt
worden. Er bleken 33 inwoners van Arnemuiden en 12 evacuées te zijn
gedood. De 68 gewonden werden naar Goes afgevoerd.
Terug naar de strijd om de Sloedam.
Generaal Hakewill Smith, commandant van de 52e Lowland Divisie, voerde
het bevel over de troepen die belast waren met de drievoudige aanval op
Walcheren: landingen in Vlissingen en Westkapelle en de doorbraak via de
Sloedam. Hij wilde zijn mannen eigenlijk niet blootstellen aan die gevaarlijke
overtocht over de Sloedam, maar had weinig keus, daar men in eerste instantie
veronderstelde, dat een landing op geruime afstand 'naast' de Sloedam vanuit
het Sloe absoluut onmogelijk was. Hadden de Duitsers dat in 1940 ook niet
geprobeerd en hadden zij hun pogingen niet opgegeven met achterlating van
zo'n 100 doden?
Hakewill Smith gaf het idee van een landing in één van de aan het Sloe
grenzende polders niet op. Hij liet luchtfoto's van het gebied maken en bestu
deerde deze met z'n genie-officieren. Men kwam tot de ontdekking, dat er
tussen die wirwar van kreken, slikken, kleine stroompjes, riet, zand, modder,
een kleine verhoging liep, een soort rug. Hij gaf opdracht te laten onderzoeken
of die kleine verhoging misschien een mogelijkheid bood om daar het Sloe
over te steken. Was het gevecht op de Sloedam naar wens verlopen, dan was
zulk een waagstuk - want dat was het - vanzelfsprekend niet nodig geweest.
27