Eind oktober 1944. De militaire actie voor het vrijmaken van de Schelde is nog
in volle gang. Via de Kreekrakdam en via een landing bij Hoedekenskerke
rukken onze bevrijders op richting Sloedam. Het plan om via deze dam
Walcheren te veroveren, althans door te stoten naar het centrum van het
eiland, lijkt eenvoudig. De 5e Canadese infanteriebrigade vestigt een brugge-
hoofd op de Oostkust van het eiland, aan de Walcheren-zijde van de Sloedam
dus, waarna de 157e infanteriebrigade van de 52nd Britse Lowland Mountain
Division de zaak verder afmaakt en doordringt tot het centrum van het eiland.
Het plan is eenvoudig en lijkt goed uitvoerbaar temeer daar verwacht wordt
dat de Duitsers hun handen meer dan vol zullen hebben aan de Operatie
'Infatuate', d.w.z. de landingen bij Vlissingen en Westkapelle. De verdedigers
beseffen echter zeer wel het grote belang van de Sloedam. Deze dijk is immers
de enige toegangsweg aan de oostkant van het eiland. Ze zijn daarom vast
besloten deze weg zo lang mogelijk en zo hardnekkig mogelijk te verdedigen.
De Sloedam - The Causeway, zoals de Geallieerden hem noemen - is ongeveer
1200 meter lang en een meter of 45 breed. Er ligt een weg over, een gewone
tweebaansweg, met een fietspad ernaast. Aan de noordelijke zijde ligt ook nog
de spoorbaan. Aan weerszijden van de dijk is er water. Kreken en schorren
vallen bij eb droog en vormen dan een verraderlijke blubbermassa. Alleen zij
die jarenlang op de schorren thuis zijn, weten dat er een mogelijkheid is om bij
laag water via deze moddermassa's van Zuid-Beveland naar Walcheren over te
steken. Maar daarover later meer.
Als de 5e Canadese infanteriebrigade aan de opmars over de Sloedam moet
beginnen, is deze dijk volledig kaal. Immers tijdens het terugtrekken van de
Duitsers vanaf 'Dolle Dinsdag' hebben deze op die Sloedam steeds blootge
staan aan hevige luchtbombardementen. Daardoor is er geen boom blijven
staan en is er in feite geen enkele beschutting tegen het goed gerichte vuur van
de vijand.
Want die vijand heeft aan de Walcherse kant van de dam een krachtige verde
diging opgebouwd: geschut, mortieren en automatische wapens bevinden zich
in deels betonnen versterkingen in de omgeving van de dijk. Artillerie is
opgesteld bij de vele boerderijen rondom Arnemuiden en Nieuw- en St. Joos-
land in de verschillende polders. Zware mitrailleurs bestrijken de gehele dam.
Zelfs beschikken de Duitsers over anti-tankgeschut.
Op 31 oktober begint de aanval, die wordt beschouwd als 'even over die dijk
heenwandelen'. Ook al uit het feit dat de operatie geen naam meekreeg, blijkt,
dat men hem wat lichtvaardig had opgevat. Die middag ging een compagnie
van de 'Black Watch of Canada' de dam op nadat het 'Royal Regiment of
Canada' de vijandelijke versterkingen aan de Zuid-Bevelandse kant had
opgeruimd.
De 'Black Watch' wordt met een moordend vuur van artillerie, mortieren en
mitrailleurs ontvangen, slaagt er niettemin in tot op ongeveer 70 meter van de
Walcherse kant te komen, maar wordt dan op de dijk vastgenageld. Neer
gedrukt op de ondermijnde, door granaatvuur volkomen vernielde weg, kan
men vóór- noch achterwaarts meer. Het idee van een wandeling over de dam is
volkomen verdwenen. Men beseft nu terdege dat er een hevige strijd uitge
vochten zal moeten worden, een strijd die veel slachtoffers zal eisen. Uiteraard
kunnen de aan de weg vastgepinde soldaten niet aan hun lot overgelaten
worden. Daarom wordt die nacht onder dekking van de duisternis door de
'Calgary Highlanders' gepoogd om de 'Black Watchers' af te lossen. Zij
25