WESTKAPELLE hoe oorlog een dorp veranderde PZC/ provincie 15 Middelburg )T7an 'Wèskappel' naar Westkapelle'. Met deze titel heeft de schrijver V van het onlangs verschenen boekje, de heer A. Boone (72) uit Middelburg, de verandering willen samenvatten die het dorp onderging in de periode van vlak voor tot vlak na de Tweede Wereldoorlog. Een groot deel van het 55 pagina's tellende werkje beslaat de beschrijving van de gebeurtenissen tijdens en na het bombardement van de Westkap- pelse Zeedijk op 3 oktober 1944. „Er is veel geschreven over het bombardement en de landing van de bevrijders op 8 november. Maar over de dagen direct na het bombardement is nooit iets geschreven. De mensen die zich in die dagen hebben ingezet werden tekort gedaan. Daarom dit boek", aldus de schrijver. 'Van 'Wèskappel tot Westkapelle' werd dinsdagavond ten doop ge houden tijdens een bijeenkomst van de Heemkundige Kring Wal cheren in hotel Walcheren in Kou- dekerke. Dat een dergelijke vorm van geschiedschrijving, zoals in het boekje is gepleegd, aanslaat bij de Walcherse bevolking blijkt wel uit het aantal bezoekers tijdens deze avond. De Heemkundige Kring had 130 stoelen klaargezet, maar dat bleek lang niet toereikend om alle belangstellenden een plaats te bie den. Ruim tweehonderd bezoekers waren er tijdens de presentatie en een aantal van hen moest genoegen nemen met een zitplaats op de piano of op de grond. In de pauze van de bijeenkomst, die geheel in beslag werd genomen door een le zing van de heer Boone die aan de hand van een dia-serie zijn visie op de ontwikkeling van Westkapelle gaf, vond het boek gretig aftrek bij het publiek. Voorzitter P. W. Sijnke van de Heemkundige Kring overhandigde voorafgaande aan de lezing („Het is eigenlijk maar een praatje, hoor", zo trachtte de heer Boone vooraf zijn bijdrage wat te bagatelliseren) het eerste exemplaar van het boek aan Westkappels eerste burger, de heer H. A. van Maldegem. Ook de beide Westkappelse wethouders L. Wou ters en J. Lous werden met een exemplaar verblijd. Daarnaast overhandigde hij een boekje aan de arts M. Huygens - de schrijver van het voorwoord - en aan de heer Boone zelf. „Ik kon er heel moeilijk toe komen", vertelt de heer Boone, „Het is zo moeilijk over zoiets te schrijven zonder alles op jezelf te betrekken en jezelf op de voorgrond te plaat sen". Dat het er uiteindelijk toch van kwam de gebeurtenissen van de oktoberdagen 1944 vast te leggen is eigenlijk te danken aan een onder wijzeres aan de lagere Theo Thijs- senschool in Vlissingen. Die vond dat de geschiedenis van de bevrij ding van Walcheren op een andere manier uit de doeken gedaan dien de te worden, dan door middel van leerboekjes die op lagere scholen in het hele land werden gebruikt. Via de dochter van de heer Boone, die ook aan de school werkzaam was, tuin. Ind. o.m. ruime woon kamer, moderne keuken, drie slaapkamers, douche, zol derkamer met dakkapel, gas c.v. Goed onderhouden. Vraagprijs f195.000. joed gebouwde, royale BIJSTAANDE villa met c.v.- i^a^&en fraaie tuin. Het I verkeert zowel in- als [dig In uitstekende Wnr^hderhoud Ind.: woonkamer 5.20 x ^met parket en open tij, eetkamer, luxe garderobe en bij- flder met provisie-1 nte. pte slaapkamer, jpkamers, bad-1 erlijk toilet, kl. 2 kamers genheid.Be kte 140 m2. en Nijme- vr.pr. werd de heer Boone benaderd en het resultaat was dat hij voor de leerlingen van de zesde klas een praatje hield. Dat sloeg aan. „Ik ben gaan vertellen en die kinderen kon den zo in een luciferdoosje", zegt de heer Boone, daarmee aangevend dat hij aan belangstelling geen ge brek had. „Toen ik die reactie van de kinderen zo zag, dacht ik: 'Dit weet geen mens meer' en toen ben ik een diaserie gaan maken". Dat breidde zich allengs uit en uiteinde lijk nam de heer Boone het besluit zijn ervaringen op schrift te stellen. „Er was aanvankelijk belangstel ling van de kant van het Zeeuws Tijdschrift, maar dan had het ver haal in stukken geknipt moeten worden en dat wilde ik niet". Toen kwam de heer Boone in contact met de Heemkundige Kring. „Een zoontje van een nieuw bestuurslid had mij in de klas gehoord en die kwam met het idee. Ik ben eigenlijk 'gepushed' door een twaalfjarige". Dankzij de Heemkundige Kring kon uitgave van 'Van 'Wèskappel' tot Westka pelle' worden gerealiseerd. De heer Boone kwam in 1938 naar Westkapelle als opzichter van rijks waterstaat. Al in oktober van dat jaar verruilde hij zijn werkkring rras voor een baan bij de Polder Walche ren, zoals het waterschap toen nog heette. Tijdens de gebeurtenissen in oktober 1944 hield hij nauwgezet een boekje bij, waarin hij zijn erva ringen op schrift stelde. Dat boekje stelde hem in staat op enigzins afstandelijke wijze verslag te doen van de verschrikkingen tijdens en na het bombardement van de zee dijk en Westkapelle zelf. Het boekje van de heer Boone be gint met de beschrijving van het dorp en de leefomstandigheden aan het einde van de jaren dertig. Daar na zijn enkele hoofdstukken gewijd aan de vuurtoren ('Van 't licht en de vogels'), de koeien die een aparte plaats innamen in de Westkappelse samenleving, de kermis en het gaai schieten, het strandjutten en 'de fabriek'. In het laatstgenoemde hoofdstuk wordt uiteengezet hoe de eerste inwoners van Westkapelle aan het begin van de jaren twintig aarzelend hun heil zochten bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde in Vlissingen. Aarzelend, omdat ondanks de economische malaise in die tijd de animo om 'op 't fabriek' te werken niet groot was. De relatief grote afstand en de slechte wegen tussen Westkapelle en Vlissingen waren daaraan niet vreemd. Uitgebreider wordt de heer Boone als hij het heeft over de Westkappelse zeedijk. De zeewe ring vormde een belangrijke bron van werkgelegenheid. Het jaarlijk se onderhoud vormde daarvan een flink bestanddeel, maar, zo vertelt de heer Boone in zijn boek, dat was niet voldoende om de behoefte aan werk volledig te dekken. De inwo- mers van Westkapelle keken dan ook reikhalzend uit naar het storm seizoen. Dat betekende in veel gevallen schade aan de dijk, dus boterham men voor de dijkwerkers. De heer Boone verhaalt dan ook van het gerucht dat in andere dorpen ging, dat Westkappelse huisvrouwen bij zware storm koeken gingen bakken. Een gebeurtenis die anders alleen bij feestelijke gelegenheden aan de orde kwam. De schrijver geeft een gedetailleerd overzicht van de wijze waarop het werk aan de dijk was georganiseerd en hoe de werkzaamheden werden verdeeld. Het hoofdstuk 'Van bombardement en bevrijding' is gebaseerd op de aantekeningen die de heer Boone in 1944 maakte. Die beginnen op 17 september, met de vermelding van bombardementen op de kuststrook tussen Vlissingen en Westkapelle. Zes dagen later is de kuststrook van Domburg tot aan Westkapelle aan de beurt. De Polder Walcheren be sluit die dag de werkzaamheden aan de zeewering stop te zetten in verband met het gevaar. Op 2 okto ber 1944 strooien geallieerden pam fletten uit over Walcheren met een oproep aan de bewoners tot evacua tie. De bevolking wordt aangeraden weg te trekken en kreeg de raad hoofdwegen, militaire doelen en laaggelegen gebieden te mijden. Een onbegrijpelijke boodschap, zo constateert de heer Boone in zijn boek. „De eilanden verlaten kon niet, je kwam niet over de Sloedam. Het eiland stond boordevol militai re doelen en wat waren op Walche ren grote verkeerswegen? Door de velden lopen kon ook niet, daar waren mijnenvelden aangelegd en wegblijven van laagliggend land was helemaal een onzinnige op dracht. De hoogteverschillen buiten het duingebied waren niet veel meer dan één meter". De evacuatie van Westkapelle ging voor veel in woners dan ook niet verder dan het verlaten van de huizen aan de noordkant van het dorp en intrek ken bij familie in het zuidelijk deel. Op 3 oktober vindt het bombarde ment plaats. De heer Boone was op dat moment in Oostkapelle waar hij zijn gezin in veiligheid had ge bracht. Tegen een uur of vijf 's middags keerde hij terug naar het dorp. „De mensen waren tot niets in staat. De meesten waren volkomen apathisch. Op zulke momenten laat de mens zich makkelijk leiden". Al zal hij het zelf niet makkelijk toege ven, de heer Boone had een groot aandeel in de hulpverlening in de eerste uren na het bombardement en in de dagen die daar op volgden Het boek geeft een overzicht van de verschrikkingen in het dorp. Foto's maken duidelijk dat met die kwali ficatie niets teveel is gezegd. Een groot deel van het dorp lag volledig in puin. Zo ook de molen van Theu- ne. Deze molen, die aan de zuidrand van het dorp stond, kreeg weliswaar geen enkele treffer, maar bezweek onder de trillingen die door de bo minslagen werden veroorzaakt. Meer dan veertig mensen die hier hun toevlucht hadden gezocht, raakten bedolven onder het puin. Het water dat door de in de dijk geslagen gaten binnenstroomde maakte elke reddingspoging bij voorbaat kansloos. Slechts twee volwassenen en een kind konden worden gered. De heer Boone beschrijft vervol gens hoe de hulpverlening van uit de omringende dorpen op gang kwam en hoe de wederopbouw tot stand kwam. 'Wèskappel' werd Westkapelle. „Gelukkig nog best de moeite waard", zo besluit de heer Boone zijn boek. 'Van 'Wèskappel' tot Westkapelle' is een uitgave van de Heemkundige Kring Wal cheren en behalve via deze instelling verkrijgbaar bij de boekhandel. Het boek verschijnt in een oplage van duizend stuks. De prijs is voor leden van de kring 7,50 en voor niet-leden f 9,95. Enkele toeschouwers bij één van de stroomgaten die ontstonden na de doorbraak van de dijk in 1944. Hans Verbeek

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1984 | | pagina 45