FRANS NAEREBOUT, EEN LOODS
heeft een verbouwing plaats gevonden. In 1975 - 1976 is het gebouw in op
dracht van de vereniging 'Hendrik de Keijzer' opgeknapt.
Voor zover bekend, heeft het gebouw geen naam gehad. Waarschijnlijk waren
de bewoners van het huis zó bekend in de Middelburgse gemeenschap, dat
verbijzondering niet noodzakelijk was.
De trap naar het bordes voor de voordeur, op onze tekening nog net zichtbaar,
had mede het architectonische trekje dat bewoners van het huis macht en
aanzien moest geven. Mensen, van wier huis de voordeur zo hoog was,
verhieven zich daarmede ver boven het gewone volk.
Heden ten dage is de trap nog een attractie voor de jeugd. Alhoewel men ook
onderlangs, op straatniveau, kan lopen, zullen alle kinderen de moeilijke weg
via de trap nemen.
Persoonlijk geloof ik dat er niet één Middelburger is, die in zijn jeugd dat niet
gedaan heeft.
F.A. Broeksma
1) dankzij gegevens van drs. J.H. Kluiver 27-05-'84
Eind december van het jaar 1788 zeilt het V.O.C.-schip 'Zuiderburg' met 400
man aan boord, onder bevel van kapitein Dekker van der Mieden, van de rede
van Rammekens en heeft China als bestemming. Het schip heeft als lading
koopmansgoederen aan boord en kisten gemunt geld ter waarde van 500.000
gulden. Er staat een harde oost-noordoostelijke wind. De winter is vroeg in
gevallen en op het water drijven reeds ijsvelden.
De kapiteit heeft de vloed afgewacht en hoopt met hoogwater de beruchte
Droogen, een bank bij de Deurloo, te passeren. Hier vond enkele tientallen
jaren geleden 'Het Vlieghend Hert' een voortijdig einde.
Tot ontzetting van de kapitein stoot ook de 'Zuiderburg' op deze bank en
verliest het roer.
Er blijft de gezagvoerder weinig anders over dan te ankeren en door middel
van vlaggeseinen en kanonsschoten hulp van de wal in te roepen.
Het weer verslechtert echter en al spoedig ligt het schip geïsoleerd in het ijs.
Na zes dagen nadert door het ijs een sloep en zet Frans Naerebout aan boord.
'Wat doet er op, kapitein?' Nadat Dekker van der Mieden hem het relaas
verteld heeft, behoeft de loods niet lang na te denken. 'Onmiddellijk anker op;
als het weer nog meer verslechtert, is je schip verloren!'
Op het dringende verzoek van de gezagvoerder blijft Frans Naerebout aan
boord. Eerst moet hij het zeilschip in dieper water krijgen. Als het schip
ankerop is, Iaat hij achter een zware tros uitgeven, die hem als noodroer moet
dienen en zo scharrelt hij de 'Zuiderburg' naar dieper water.
Later krijgt hij hulp van een loodsgaljoot die achter de 'Zuiderburg'
vastmaakt om het zeilschip beter stuurbaar te houden.
Zo bereikt, voortgestuwd door de krachtige oost-noordoostelijke wind, het
V.O.C.-schip Plymouth of Pleimuiden, zoals de Zeeuwen die haven noemden.
Hier zal de 'Zuiderburg' een ander roer krijgen.
De admiraal in Plymouth is vol bewondering voor het staaltje zeemanschap
van deze eenvoudige loods. 'Als de Compagnie u niet met duizend guintje
20