'eleze stond vroeger een mooie travalje, die helaas een economische bedrijfsvoering in de weg stond. Dezelfde wetmatigheid die maakt dat wij na verloop van tijd dit soort archi tectuur toch aardig, zelfs mooi gaan vinden, zorgt er ook voor, dat het gebouw voor z'n functie eigenlijk verouderd is en aan vervanging of ingrijpende verbouwing toe is. Soms worden dergelijke gebouwen gespaard als men de functie kan veranderen en een passend gebruik van de aanwezige ruimte weet te maken en blijven het markante punten die ons steeds weer blijven boeien. Momenteel is de gemeente Valkenisse eigenaar van het pand. Kortgeleden heeft het College van Burgemeester en Wethouders van die gemeente de Gemeenteraad het voorstel gedaan om het gebouw als postkantoor te gaan gebruiken. Mogelijk hoeft U zich dus toch niet zo te haasten. We hopen dat het pand èn het straatje nog lang behouden mag blijven. Want, wees eerlijk, praktisch iedereen vindt het toch een leuk straatje, zeker als het een beetje opgeknapt wordt. F.A. Br. Foto: A. de Kroo. Over een kerk en een kasteel Voor twee min of meer vergelijkbare, maar niet iedereen onder de ogen komende uitgaven vragen we deze keer de aandacht. In het afgelopen najaar verscheen nummer 11 van het Bulletin (van de) Stichting Oude Zeeuwse Kerken. (Waarom, tussen haakjes, niet in elk nummer vermeld hoe men dona teur van deze stichting kan worden?) De belangrijkste, en zeer lezenswaardige bijdrage daarin is een artikel over de Nederlandse Flervormde kerk van Grijpskerke, van de hand van C.A. van Swigchem, hoogleraar in de architec tuur-geschiedenis aan de Vrije Universiteit. Flet artikel verhaalt van de herbouw, pas omstreeks 1584; van de in 1572-1574 verwoeste kerk; maar vooral van de plannen tot vergroting en vernieuwing van de kerk die werden gerealiseerd via een in 1770 ondernomen verbouwing. Bij die gelegenheid kreeg het kerkgebouw in grote trekken de huidige vorm; het ontwerp was van Laurens van de Woestijne. Boeiend is dat Van Swigchem de bouw niet op zichzelf beschouwt, maar bijvoorbeeld relaties legt met de Grijpskerkse ambachtsheren van die tijd. Anderzijds weet hij zeer gedetail leerd en uitvoerig gedocumenteerd gegevens te vermelden over vorm en vooral gebruik van allerlei onderdelen van het kerkinterieur: preekstoel, tuin, bochten, stoelen, orgel. Uitzonderlijk is de steen, waarop ook al eerder is gewezen (1), uit 1599, waarvan de inscriptie herinnert aan een jaarlijkse brooduitdeling aan de armen, in dat jaar door een gemeentelid ingesteld. Op één punt vermelden we graag een aanvulling, op een ander punt een cor rectie. Opvallend lang, tot 1584, zat Grijpskerke zonder kerkgebouw. Achtergrond was hoogstwaarschijnlijk gebrek aan geld en bouwmaterialen. Van dat laatste blijkt bijvoorbeeld in 1578. Er is dan behoefte aan hout. De schout van Grijpskerke verzoekt de Staten van Zeeland enkele bomen uit het bos van Westhove te mogen halen, en die te gebruiken bij de wederopbouw. De Staten 25

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1984 | | pagina 27