Mededeling van de penningmeester
tjes en (vierkante!) stuivertjes gehaald.
De muntjes werden in twee diepe borden gereed gezet en mijn zus en ik zagen
vanaf de dijk de wensertjes komen. Zo gauw de kleintjes redelijkerwijs konden
lopen, kwamen ze mee. Moeder ging dan (aan de voordeur!) de goede wensen
in ontvangst nemen en gaf de kinderen een dubbeltje of een stuiver. De kin
deren van de 'eigen' knechts en arbeiders kregen allemaal een dubbeltje; van
de 'vreemden' kregen de groten een dubbeltje en de kleintjes een stuiver. Waar
moeder die dubbeltjes-stuivergrens trok, weet ik niet, maar 't zal wel goed
geweest zijn, want ze wist van ieder kind exact de leeftijd en ook de naam.
Mijn zus en ik probeerden altijd mee de gang in te glippen, maar eigenlijk
mochten we dat niet.
De knechts en arbeiders kwamen, zover ik me herinner, niet expres nieuwjaar
wensen. Wèl kwam er ieder jaar een al wat oudere 'koeiewachter', die voor
zijn baas de koeien hoedde op de dijken van de aanpalende polder. Hij had
dus in onze polder niets te zoeken, maar hij kwam ieder jaar wensen, met als
reden: 'dat ie de béésten van den baes z'n land 'ieuw'.
Ik heb de man later nog ontmoet, toen hij in Veere in het Godshuis woonde.
Hij kwam dan altijd naar me toe met de vraag: 'Dag vrouwe, 'oe is 't mee de
vrouwe?' De eerste 'vrouwe' was ik, de tweede mijn moeder.
En al die Nieuwjaarswensers maakten gebruik van de wens, die ook het
Bestuur van de Kring bezigt, ofschoon er ook nog een andere bestond:
'k Wens je vee zegen in 't nieuwe land.
De katte 'ei z'n staert verbrand
van achter an z'n 'uvertje
Vrouwe, gee me'n stuvertje!'
Maar dat was niet netjes en werd niet gebezigd, maar alleen besmuikt achter
een hand ten beste gegeven door stouterds. De echte wens is die, die U in de
Wete vindt, ieder jaar weer.
C.I. v. Nieuwenhuyzen
In deze Wete vindt u een acceptgirokaart voor de contributiebetaling over
1984. Degenen, die verzuimd hebben hun contributie over 1983 te betalen,
treffen 2 acceptgirokaarten in dit nummer aan, n.I. één voor de contributie
over 1983 en één voor de kosten van het lidmaatschap over 1984.
Ik verzoek u beleefd, doch dringend, voor de betaling van de contributie
gebruik te maken van de acceptgirokaart(en).
4