WETES WAARDIGHEDEN
Verheugend is het te ervaren, dat De Wete door velen met aandacht, maar ook
kritisch gelezen wordt. Je merkt dat door de reacties die binnenkomen én door
het feit, dat weer velen zich als lid van onze Kring hebben opgegeven.
De spectaculaire groei van ons ledenaantal, enkele jaren geleden begonnen, zet
zich voort hetgeen blijkt uit het ledenaantal per 1 januari 1984: 772. Een jaar
geleden was dat op de kop af 700, zodat we een winst boekten in 1983 van
11%.
Het aandachtig en kritisch lezen van De Wete doet uiteraard niet iedereen naar
de pen grijpen, maar in het afgelopen kwartaal kwam een aantal reacties
binnen die naar mijn mening m'n conclusie, neergelegd in de eerste zin van
deze bijdrage, rechtvaardigen. U vindt ze hierna in enkele artikelen verwerkt.
Aangezien er deze keer bijzonder veel copy was voor ons blad en we de reacties
van onze lezers gaarne een ruime plaats wilden geven, blijven deze keer de
rubriek Walcheren in Woord en Beeld en het Stropersdagboek in portefeuille.
Ook was er jammer genoeg (nog) geen plaats voor een artikel over een gedenk
naald op de oude begraafplaats aan de huidige Koudekerkseweg in Vlissingen,
terwijl m'n voornemen om U te berichten over de spelletjes die vroeger tijdens
de lange winteravonden op Walcheren gespeeld werden ook nog even een
voornemen moet blijven.
De heer J. Gabriëlse uit Westkapelle maakte in zijn brief waarin hij reageerde
op het artikel over de grafsteen in de tuinmuur van d'Arke te Westkapelle (De
Wete, jaargang 12, nr 4, blz. 16 e.v.) de opmerking, dat hij alle informatie
over de steen zó had kunnen verstrekken. Jammer dat we dat niet wisten!
Hij vraagt zich bovendien af of het niet mogelijk is om eerst over een bepaald
onderwerp een vraag in De Wete te stellen, voordat een onvolledig stuk ge
publiceerd wordt. Uiteraard is dat juist, maar in sommige gevallen (zo ook in
het onderhavige) is het vanwege de tijd niet mogelijk om dit te doen. Er moet
een artikel komen en de tijd ontbreekt om het 'volledig' te maken. We specu
leren dan een beetje op de reacties van de lezers, hetgeen in feite - ik geef het
toe - onjuist is. U kunt erop rekenen, dat dit echter slechts in zeer sporadische
gevallen zal gebeuren.
Ik had natuurlijk de heer Gabriëlse persoonlijk kunnen benaderen, maar ik
heb dat niet gedaan omdat ik zijn opmerking over 'een vraag in De Wete
stellen' erg belangrijk vind. 'Laat het De Wete weten' zou een vaste rubriek
kunnen zijn waarin vragen als door de heer Gabriëlse bedoeld aan de orde
worden gesteld. In deze Wete vindt U er twee. Ik hoop op uitvoerige reacties
daarop.
De lezingen op 25 oktober en 22 november j.l., resp. door de heren Peters en
Jacobs, werden wederom zeer goed bezocht. De heer Jacobs had zoveel te
vertellen dat daarvoor een tweede lezing noodzakelijk is. De aankondiging
daarvan vindt U hierna.
Onze voorzitter, de heer Joustra, is - enkelen weten dat - wederom reeds enige
tijd ziek, maar het gaat goed met hem. Moge hij in dit nieuwe jaar spoedig
geheel herstellen, opdat hij zich weer volledig kan wijden aan de Kring die hem
zo na aan het hart ligt.
Dit blad doorbladerend ontdekt U zelf de inhoud ervan. Ik wil U echter wel
extra attenderen op de datum van 1 mei 1984. Dan houden we onze jaarver-
2