mische producten iets hoger liggen dan normaal, wat de gemotiveerde koper echter gaarne voor lief neemt. Bij ontstentenis van de directeur, fungeerde als voorlichter de bedrijfsleider van de bij het bedrijf behorende boerderij, de heer van Dis. Er werd begonnen in de bakkerij, waar het eigengeteelde graan wordt verwerkt tot, voorna melijk, brood. De 'eigenteelt' aan graan is echter niet toereikend en het ontbrekende wordt vooral aangevoerd uit Frankrijk, waar een aantal bedrijven volgens dezelfde methode werken. Er worden verschillende soorten brood gebakken, b.v. volkoren, vierkoren, z.g. Adrianabrood, waarin honing en plantaardige olie wordt verwerkt, rozijnenbrood, maar ook een klein kwantum witbrood en zoutarm bruin brood. Ook worden koekjes gebakken. Als rijsmiddel wordt gedeeltelijk gist, en gedeeltelijk een op zuurdesem gelijkend produkt gebruikt. De melk wordt verwerkt tot kwark en kaas; de hierbij vrijkomende wei dient als varkensvoer, samen met afvalproducten uit de maalderij. Per vrachtwagen worden het brood e.d. naar verkooppunten elders vervoerd. Het koren wordt in eigen beheer gemalen in de maalderij, die we ook bezochten. Een onder de bezoekers aanwezige oud-molenaar gaf door aanvullende uitleg aan een en ander nog extra reliëf. De koeien worden mechanisch gemolken, 6 stuks tegelijk. In de zomer lopen ze in de wei in gezelschap van de stier, wat inhoudt, dat op Loverendale niet, zoals op andere bedrijven, op een bepaalde tijd een 'geboortegolf' ontstaat, maar dat vrijwel het hele jaar door kalfjes worden geboren: in de kalverstal stonden ook nu een aantal zéér jeugdigen! In de winter staat het melkvee in de potstal, waar de mest wordt verzameld. Nu werd een gedeelte van deze stal bevolkt door de varkens. De koeien krijgen geen bijvoedering in de vorm van 'krachtvoer'; wel wordt de 2e snede van de op het bedrijf geteelde lucerne gedroogd en geperst en aan de dieren gevoerd. Daar zich onder de excursisten ook een aantal agrariërs bevond, ontspon zich een levendige gedachtenwisseling over het verschil tussen de vroegere en de huidige landbouwmethoden. Voor ons als leken uiterst leerzaam en interessant. Kort samengevat: een geslaagde, door prachtig nazomerweer begunstigde avond, waarvoor de rondleider als dank een welverdiende boekenbon in ontvangst mocht nemen. C.I.v.N. DIJKJE In de Spaanse tijd stond het stadhuis van Vlissingen op de hoek van de Bierkaai (Bellamy- park) en de Hoogstraat (tegenover het tegenwoordige politiebureau). Na de bouw van het prachtige stadhuis op de Grote Markt (gebouwd in 1594, afgebrand in 1809) werd het tot woonhuis verbouwd. Nu wordt het helemaal gerestaureerd. Het afkappen van de zijgevel heeft ons erg teleurgesteld. Alleen een rood bakstenen gevel met als enige ver siering zandstenen negblokken en wat zandstenen banden. Dominee Gargon heeft in 1715 nog de wapens van Oranje en Vlissingen in de gevels gezien. Daar was op de zijgevel niets van terug te vinden, zelfs als je aanneemt dat het wapen van Oranje er in de Franse tijd wel zorgvuldig afgehakt zal zijn. Blijft dus de mogelijkheid dat deze wapens toch aan de voor gevel aan het Bellamypark hebben gezeten. Een heel interessant gebouw, dat samen met het Stadtsgevanghenhuys ernaast een echte studie waard is. Gaat U niet meer kijken, alles is alweer onder de specie gesmeerd. 4

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1980 | | pagina 6