lelijke oorlogssouvenirs
onderwerp van een studie
PZC/provincie
hoofdkwartier
jammer
DINSDAG 16 DECEMBER 1980
Tjet is dat het zoveel geld kost om ze af te breken, maar eigenlijk zijn we de bunkers, die met
li name in het Walcherse landschap tamelijk ontsierend staan te wezen, liever kwijt dan rijk. En
als er iemand is, die daarin voorop loopt dan is het wel mevrouw De Buck van die boerderij onder
Abeele bij Middelburg.
hier en daar nog aanwezig. Zoals ge
pantserde deuren en schietgaten bij de
ingang en soms ook het ijzeren buizen
stelsel van luchtverversing,verwar
ming en de luchtzuivering.
Dat luchtzuiveringssysteem vormde
samen met de gasdichte deuren van de
gassluis een voorzorgsmaatregel voor
het geval dat, ondanks de conventie
van Genëve, gas als wapen in de oorlog
gebruikt zou worden. „Zelfs de toevoer
van de kachel was af te sluiten. Ja het
zat allemaal heel vernuftig in elkaar",
vertelt Hans Sakkers.
De hoeve, die staat langs de ventweg
van de Nieuwe Vlissingseweg tussen
Middelburg en Vlissingen, gaat voor
een belangrijk deel schuil achter zo'n
grote betonnen kolos. Via de twee ra
men in de voorkamer heeft de familie
een 'riant' uitzicht op het smerige
bouwsel, dat op een afstand van enke
le meters vanaf de voorgevel van de
boerderij is opgetrokken. Met dat hin
derlijke obstakel pal voor de deur,
krijgt het zonlicht, zeker in deze tijd
van het jaar, nog net in het bovenste
gedeelte van de raampartijen de kans
om binnen te dringen.
De Duitsers hebben de bunker des
tijds, in 1944 opgetrokken als onder
deel van de Atlantische Wal. die Euro
pa moest beschermen tegen een inva
sie vanuit zee. En op de plaats, waar
eerst een bij de boerderij behorende
schuur stond werd een tankversper
ring opgeworpen, bestaande uit hon
derdnegentig pyramidevormige blok
ken beton.
Na de oorlog heeft Jan Lorier, de vader
van mevrouw De Buck, van alles over
hoop gehaald om de bunker weg te
krijgen. Hij stuurde foto's die de merk
waardige situatie in beeld brachten,
toe aan de koningin en aan mensen als
Drees, Lieftinck en Mansholt. Lorier
toog er zelfs voor naar Den Haag om
daar eens een hartig woordje te spre
ken met deze en gene. Maar overal liep
Jantje met z'n kop tegen de bunker.
Het enige wat Lorier bereikte was dat
er door allerlei instanties druk werd
opgemeten. Daar bleef het bij. Het re
sultaat van die particuliere actie laat
zich tot op de dag van vandaag nog
duidelijk registreren: de bunker staat
er nog steeds uitermate hinderlijk
voor de voordeur.
„Je blijft niet aanhouden" zei Lorier
in 1962 tegen de PZC. „Ik zou me eraan
opvreten. Ik wil graag gezond blij
ven". En zoveel jaar later zegt zijn
dochter gelaten: „Je leert er op de
duur mee leven. Maar als hier de com
missaris had gewoond, of de burge
meester, zou dat ding al lang afgebro
ken zijn geweest".
De twee Middelburgse jongemannen
Hans Sakkers (22) en Jos Vogel (21)
vinden het al lang mooi, dat er zoveel
geld mee gemoeid is om die oorlogs
bouwsels af te breken. Des te groter is
de kans dat de bunkers blijven staan.
En daar is het Hans en Jos om begon
nen. Zij vinden die bunkers als res
tanten van een tot de verleden tijd
behorende militaire architectuur
waard om te behouden.
„Het gaat hier om de laatste vormen
van een statische verdediging", stelt
Hans Sakkers.
„Een tijdperk dat afgelopen is", vult
vriend Jos Vogel aan.
Als jonge jongens van dertien, veertien
jaar waren die twee al bij de bunkers te
vinden. Ze wisten het van anderen: als
je voor de ingang van zo'n bunker ging
graven kon je best eens interessante
dingen vinden. Toen het avontuur er
een beetje af was, begonnen Jos en
Hans gëinteresseerd te raken in de ge
schiedkundige aspecten van die bun
kers. „De mensen moeten vooral niet
denken dat we hier bezig zijn met neo-
nazistische dingen" merkt Hans op.
En Jos zegt: „Wij hebben altijd al inte
resse gehad in de geschiedenis. Als
hier pyramides hadden gestaan had
den we die onderzocht. Nu zijn het
bunkers.
Volgens de Middelburgse jongelui is
de belangstelling voor de bunkers in
opkomst. Er verschijnen steeds meer
boeken over de Atlantische Wal. Hans
en Jos willen daar hun bijdrage aan
gaan leveren door een studie over de
situatie in Zeeland te boek te stellen.
De situatie leent zich goed voor een
nadere beschrijving omdat met name
op Walcheren, die verdedigingslinie
nog zo gaaf is. „Zo mooi als die tank
gracht hier loopt, dat is gewoon
uniek", vindt Hans Sakkers. „En dan
de opstelling van die bunkers. Je ziet
hoe ze elkaar vuur hebben kunnen ge
ven, hoe ze elkaar ook overlapten. Dat
is buitengewoon mooi".
In de loop van de jaren hebben Hans
en Jos al heel wat bunkers van binnen
en van buiten bekeken. Daarbij zijn zij
onder de indruk gekomen van de grote
verscheidenheid aan bunkers. Dat zal
straks ook onderdeel gaan worden in
het boek: een beschrijving van de
Duitse bunkertypes naar functie en en
onderlinge samenhang. Verder zal
worden nagegaan welke troepenon
derdelen de bunkers hebben bevolkt
en welke wapens er werden gebruikt.
Wat er nog aan Duitse bunkers over
eind staat is van binnen practisch uit-
gesloopt. Alleen de vaak in het beton
verankerde ijzeren onderdelen zijn
MIDST
ZIET!
Ontoegankelijk op de speurtocht in
en rond bunkers bleek voor de Mid
delburgse jongelui de bunker op het
Marineterrein bij het Nollebos van
Vlissingen. „Dit is type 250, waarvan
er maar vijf van in Nederland zijn ge
bouwd" melden Jos en Hans in hun
rapportage. „In de oorlog was hier het
hoofdkwartier van de Marine luchtaf
weer gevestigd. De bunker is 24 bij 25
meter groot en heeft ruimten voor het
commando, voor de verwerking van
binnenkomende berihten, voor zend
apparatuur en voor een machine die
energie moet opwekken.
Bunkers die zijn gesitueerd aan de
Verbrandehofweg, bij Werendijke,
Westkapelle en Buttinge, zijn ge-
schutsbunkers. Enkele van deze bun
kers", zo meldt de rapportage, „bezit
ten een prachtige camouflage, verkre
gen door vóór het beton storten, de be
kisting van binnen van oude lappen of
stukken papier te voorzien, waardoor
het beton een grillige constructie
kreeg en daardoor vanuit de lucht
moeilijker waar te nemen was".
Toorenvliedt in Middelburg was een
divisie hoofdkwartier. Dat is volgens
Hans en Jos duidelijk terug te vinden
in de bunkersoorten.
De twee onderzoekers hebben ook in
Zeeuwsch-Vlaanderen rondgekeken.
In Breskens vonden ze onder meer een
inrijbunker met munitie opslag en een
manschappenverblijf. In de bunker
zijn ook nog de kolossale pantserdeu
ren aanwezig. „Dat is werkelijk waar
een zeldzaamheid, omdat de oud-ijzer
handelaar daar wel een aardige brood
winning in zag", zo melden Hans en
Jos. Zij zijn in hun mondelinge toelich
ting soms wat moeilijk te volgen door
het gebruik van codes. Ze hebben het
over de 631 die als bewaping enkel een
zware mitrailleur had en de 611 die een
veel grotere lijst aan bewapingsmoge-
lijkheden bevatten. En dan weer pra
ten ze over de M19. Wat is een M19?
Dat is een machinegranaatwerper.
Zo'n bunker vonden Hans en Jos terug
in Breskens, langs de rijksweg die naar
de het veerbootplein voert. Er waren
destijds drie van die bunkers in het
hele Scheldemond-gebied. Met een
M19 kon precies het voorveld van de
gehele verdedigingslinie onder vuur
worden genomen.
„Het allermooiste wat er op Walcheren
aan verdedigingswerken terug te vin
den is, is toch wel de zogenaamde
Tweede Linie", zo concluderen de Mid
delburgse onderzoekers. „Deze linie
liep van Valkenisse, over Koudekerke
en Abeele naar Fort Rammekens. De
linie was de grens van het 'Verteidi-
gungs Bereich Vlissingen' en vormde
tevens een rugdekking voor Vlissin
gen.
Hans Sakkers en Jos Vogel: ze vinden
het jammer dat er de laatste tijd nogal
wat bunkers onder het zand worden
gewerkt. Daardoor valt moeilijk
meer na te gaan om wat voor typen
het hier ging. Bovendien worden die
bulten straks voor vliedbergen gaan
zien. Veel van de andere bunkers zijn
er belabberd aan toe. De jaren hebben
toch hun sporen achtergelaten. De
Middelburgse onderzoekers hebben
daar kennis van genomen, „wij eisen
niet dat men ze op gaat knappen"
maakt Hans Sakkers duidelijk. „Maar
we vinden wel dat men die bunkers
moet laten staan".
En om mogelijke misverstanden over
hun activiteiten andermaal uit de weg
te ruimen wordt me het slot voorge
houden van die bunkerrapportage,
een passage die luidt als volgt: „Het is
niet te hopen dat de lezer de aandacht
die wij voor bunkers tonen, uitlegt als
een vorm van verering van het Natio
naal Socialisme. Het gaat bij ons om
de krijgsgeschiedenis die zich kort ge
leden heeft afgespeeld. Vestingwerken
van honderden jaren terug moet ieder
een maar prachtig vinden. Dat zal wel
zo zijn, maar vestingwerken uit deze
eeuw zijn zeker zo interessant. Weet
wel dat de Atlantische verdedigings
muur voorlopig de laatste vorm van
forten bouwen is".
Bunkers: weg ermee, zeggen velen. Laten staan die dingen, vinden Jos Vogel, links, en Hans Sakkers, rechts op de foto.