MET DE TRAM NAAR KOUDEKERKE Terwijl onze voorzitter met de bus ergens door de V.S. reisde, zijn wij op woensdag 21 mei met de tram door Walcheren gereden. Het was echter onmogelijk om plaats te nemen in een le of 2e klas rijtuig. Wij moesten genoegen nemen met een stoel in hotel Walcheren te Koudekerke, waar wij die avond bijeenkwamen om te luisteren en vooral te kijken naar hetgeen de heer Hesselink ons te bieden had. Kwam het vroeger voor dat de tram uitpuilde, nu puilde de zaal bijna uit. Toch konden de bijna 75 passagiers van deze avond allen gelukkig een zitplaats vinden. Voor een gulden kun je natuurlijk ook moeilijk iemand een hele avond laten staan. Op warme dagen zal de lange reis van Middelburg naar Domburg voor menig passagier geen pretje zijn geweest. Voor onze passagiers was op deze warme avond de toch wel lange reis evenwel een groot plezier. Slechts een enkeling moest tijdens de reis uitstappen en dan nog om privé-redenen. De heer Hesselink is voor ons geen onbekende. Verschillende malen heeft hij ons al vergast op zijn grote kennis m.b.t. het vervoerswezen in Zeeland, met name op Walcheren. Van jongsaf heeft hij er belangstelling voor gehad en hij heeft die interesse voortgezet in zijn maatschap pelijke loopbaan. Vandaar ook de grote kennis van zaken. Toch kon hij aan het eind van deze avond zeggen, dat het ook voor hem een leerzame avond was geweest. Dat kwam vooral door het feit dat er een aantal aanwezigen waren, die zelf bij de tram hadden gewerkt of wier fa milieleden daarbij werkzaam waren. Door opmerkingen die er tijdens het vertonen van de dia's werden gemaakt, kon ook de inleider zelf zijn kennis vermeerderen en regelmatig zag men hem aantekeningen maken. Er waren dia's van stadsbeelden, van rijtuigen, van motorwagens, van stations, van de remise en ook van personeelsleden en direktie. Het was een prachtig overzicht van alles wat met de tram te maken had. Koudekerke heeft in de geschiedenis van de tram een belangrijke rol ge speeld, vandaar ook dat we de avond hier hielden. Het zal zeker ook bijgedragen hebben tot de grote opkomst. Het is alles inmiddels geschiedenis. Nog een 50-tal jaren en er is niemand meer die het heeft meegemaakt. Gelukkig zijn er dan toch mensen die dit alles vastleggen in woord en beeld. Onze inleider is zo iemand, die daar op dit moment nog volop mee bezig is. Die waardevolle zaken uit ons heem noteert en in beeld brengt. Wij zijn hem erg erkentelijk voor wat hij ons die avond heeft geboden. We hebben het hem gezegd en hem het gebruike lijke blijk van waardering gegeven. We hopen dat hij nog meer boven water (land) haalt en zullen hem graag nog eens terug zien. J.L. DIJKJE Er valt een verheugende toename van het aantal vluchtheuvels op ons eiland te constateren. Naast de oude vertrouwde ronde modellen komen er nu ook vierkante, langgerekte en men wil zelfs nog speelsere vormen, maar men durft nog niet erg. Sommige zijn alleen maar een tijdelijke opslagplaats van 'specie', maar andere zijn als echte blijvertjes bedoeld en dan wordt het anders. Als die over weer duizend jaar door de archeo logen onderzocht worden, zullen er vele vragen rijzen. Ze bevatten oude bunkers, brokken asfaltpuin of gewoon afval. Om die vragen te kunnen beantwoorden zal men dan de archieven nazoeken. Wellicht ook De Wete. Vandaar dit Dijkje. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1980 | | pagina 8