gedenkwaardige verdiensten jegens het Vaderland aanzienlijke en Hoog Edele Heer HENDRIK THIBAUT Heer van Aagtekerke, Domburg-buiten, den Burg Gravestein, Tholensbrugge, Steenewalle, in Oud- en Nieuw Vos meer. Hoogbaljuw en Rentmeester-Generaal van Zeeland bewesten Schelde, achtmaal burgemeester van de bloeiende stad Middelburg, lid van den Raad van Vlaanderen en bewindhebber der Oost-Indische Compagnie; die bij het vervullen van daden van oprechte vroomheid, kunde, kloekmoedigheid, menschlievendheid en buitengewone goedgunstigheid jegens alle door deugd en geleerdheid uitmuntende mannen, zijn vaderland in zeer vele ambten ten hoogste tot eer heeft verstrekt en tot droefheid, niet slechts van zijne zeer Edele, hoogst aanzienlijke familie, maar ook van den ganschen staat, op 63-jarigen leef tijd den 25 December 1667 overleden is. Nevens hem ligt zijne zeer geliefde echtgenoote, de uit muntende en zeer voortreffelijke vrouwe ISABELLA PORRENAER die met haren getrouwen echtgenoot, door de doodelijke ziekte aangetast, acht dagen voor hem overleden is. De asch van beide ouders wordt verzeld door hunne in alle geestes- en lichaamgaven uitste kende dochter Jacoba Thibaut, die de door het noodlot haastige dood, in den bloei harer jeugd, van het huwelijksbed van den Edel Geboren Doorluchtigen Heere David van Reigers berg, wien zij onder de gunstigste vooruitzichten gehuwd had, tot zijn groote smart heeft weggerukt. De treurende erfgenamen hebben dit gedenkteeken doen oprichten in het jaar 1669 der chris telijke jaartelling'. Toen in 1798 de wapenborden onder de leus van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap, de kerken uitgedragen of geslagen werden, heeft men dit ongemoeid gelaten. Wel werd het om- timmerd om het aan het oog te onttrekken. Bij het uitbreken van de 2e Wereldoorlog werd op last van Monumentenzorg het monument uit de kerk verwijderd. Het werd begraven bij een boerderij in de omgeving. Toen tijdens de bezetting de Duitsers van plan waren bij die boerderij een kamp in te richten voor krijgsge vangenen, werd het weer weggehaald en bij een andere boerderij ondergebracht. Hier werd het ingemetseld. Maar helaas, bij de inundatie in 1944 kwam ook het monument in het zee water te staan. Onuitwisbaar zijn dan ook de bruine vlekken, die er nu op voorkomen. Maar we mogen ons gelukkig prijzen, dat het monument er nog steeds is. De eikehouten preekstoel dateert uit 1625. Kesteloo schrijft in zijn historie over Aagtekerke (1893), dat in zijn tijd de preekstoel zwart was geschilderd, zodat het snijwerk nauwelijks meer te vinden was. Hij zegt, dat het gestoelte dan ook meer weg had van een theestoof, die te veel van het vuur had geleden. Gelukkig heeft de preekstoel nu weer zijn natuurlijke kleur. Sinds de laatste restauratie heeft de kerk centrale verwarming. Nu blijkt de voet van de preekstoel gevuld te zijn met zand. Het komt in de wintermaanden dan ook wel eens voor, dat door het krimpen van het hout, het zand uit de preekstoel loopt. De kerk heeft ook een prachtig orgel gehad. Het was een bestaand orgel, dat in 1844 werd ge schonken door de toenmalige ambachtsheer graaf Van Limburg Stirum en gravinne Van Limburg Stirum, geboren Thibaut. Het werd geleverd door de Middelburgse orgelbouwer Preuniger. In 1929 werd het verkocht aan de R.K. kerk van Lewedorp. Deze verkocht het weer in de loop der jaren aan de hervormde kerk te Nieuwdorp. Inmiddels is het prachtig ge restaureerd. Op het front komt het jaar 1744 voor. Zou dit het bouwjaar zijn? 1744 Is namelijk precies 100 jaar eerder dan het jaar waarin het in Aagtekerke werd geplaatst (1844). In 1929 kreeg Aagtekerke een nieuw orgel, alweer geschonken door een ambachtsheer, n.l. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1980 | | pagina 28