WALCHEREN IN WOORD EN BEELD Daar de belangstelling van het Middelburgse garnizoen voor besmettelijke ziekten in Zeeland en daarbuiten mij wat wonderlijk voorkwam, heb ik hierover inlichtingen gevraagd aan de Sectie Krijgsgeschiedenis van de Koninklijke Landmacht, welke zo vriendelijk was, mij hierover het volgende mee te delen: 'Deze belangstelling was heel begrijpelijk. Zeeland is in militaire kringen altijd berucht geweest om zijn slechte klimaat: veel kou, wind en vocht. Vooral troepen te velde of in forti ficaties werden dikwijls geteisterd door epidemieën, die men gemakshalve samenvatte onder de term 'Zeeuse Koortsen'. De sterftekans van in Zeeland gelegerde militairen was daardoor beduidend groter dan die in de rest van het land. Tijdens de Republiek was daarom de soldij voor in deze provincie dienende militairen hoger dan van andere eenheden. In de 19e eeuw golden voor Zeeland en enige plaatsen in Noord-Holland afwijkende regels om tegemoet te komen aan de slechte weersomstandigheden. De oefeningen mochten b.v. 's ochtends wat later beginnen dan elders om de zon de kans te geven de kilte van de nacht te verdrijven. Verder werd aanbevolen de manschappen in de kazernes niet op de begane grond, maar op de eerste verdieping te laten slapen'. De vogelvlucht door de, in dit en de vorige artikelen besproken, periode zou onvolledig zijn, indien niet - summier - gewag gemaakt werd van de nieuwe tijdgeest, die zich aan het eind daarvan merkbaar maakte en de militaire gezagsdragers zorgen baarde. Dit laatste valt althans af te leiden uit daarop betrekking hebbende garnizoensorders, waarvan hier enkele volgen: '6 maart 1903 - Het bezoeken van de vergadering op Zondag 8 Maart 1903 van het Comité van Verweer in het Schuttershof aan de Vlas- is voor militairen verboden. 14 Maart 1903 - Het is verboden adressen te ondertekenen met betrekking tot de aanhangige wetsontwerpen tot wijziging van het Strafwetboek. 4 October 1904 - Het is aan militairen van het garnizoen verboden, de meeting van de Vrije Socialistische Vereeniging, die hedenavond om 8 uur in het Schuttershof wordt gehouden, bij te wonen'. Wie van de toenmalige hoog- en laaggeplaatste militairen zou zich hebben kunnen voorstel len, dat het ooit zover zou komen, dat er driekwart eeuw later zoiets als een VVDM zou worden toegelaten?! H.G.F. SASBURG Het toegangsdeurtje van de Lange Jan ligt verscholen in een onopvallend hoekje achter de machtige romp van de toren en het toegangsportaal van de koorkerk. Door z'n achtkantige vorm is de toren bijna uniek, slechts één toren in Nederland kent dezelfde vorm, n.l. die in het Groningse Kantens. Om de Lange Jan te beklimmen, met zijn negentig meter 'd'oogste' en volgens Middelburgers de mooiste toren van Zeeland, dient men door dit deurtje naar binnen te gaan. U komt dan in een schemerige tijdloze stenen ruimte welke al klimmend af en toe uit een smalle spleet in de muur door wat daglicht bijgelicht wordt. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1980 | | pagina 14