LAAT HET DE WETE WETEN Natuurlijk waren er veldwachters en veldwachters. Lui, zoals Kees Dorlein van Serooskerke - St. Laurens. Echte dienstkloppers, die niets lieten glippen, maar van alles proces-verbaal op maakten. Dorlein maakte het eindelijk zó bont, dat burgemeester Pieter Melis hem aan raadde: 'eens wat minder vaerdig en punctueus op te trejen. Dat het minder kon en alevel tóch goed!' Andere collega's waren er, die het wel geloofden. Klaais Bogaart van Domburg en Jan Volmer van Vrouwepolder deden doorgaans wel een oogje toe, als zij iets opmerkten, dat niet door de beugel kon. Neen, laten we liever eerlijk wezen en erkennen, dat zij in zo'n geval beide ogen sloten. Dan was er nog een tussenmoot: 'de mannen van het ware midden'. Veldwachters als van der Schaaf van Westkappel. Iemand, die zijn plicht deed, maar niet op Alle slakjes zout trachtte te leggen. 'Daar heb je niks an en jaag je de mensen maar mee tegen je in 't harnas', zei deze Gosen Fiedes terecht. Dat waren n.l. zijn, in Walcherse oren wel wat vreemd klinkende, voornamen. Behalve veld- en rijksveldwachters, waren er vroeger ook nog andere ambtenaren, die zorg droegen, dat wet en orde niet overtreden werden. Zo waren er de 'konienksjaegers': ambte naren, die alléén toezicht hielden op jacht en visserij en van alle delicten op dat gebied proces verbaal opmaakten. De grafelijke tijd, toen stropers en wilddieven gestraft werden met het afhakken van de rechterhand, was reeds eeuwen voorbij. Maar de straffen die stropers en vissers-in-verboden- water opgelegd kregen, waren nog lang niet voor de poes. Als er iets was, waar de Grote Meneer uit de stad of van de buitenplaats krampachtig en zo lang mogelijk aan vasthield, was het zijn recht om te jagen op 'hair en pluim', op klein wild en gevogelte. Naast de koningsjagers, misschien zo genoemd, omdat zij vooral op de kroondomeinen de stropers moesten weren, waren er ook 'duunmeiers' Gelijk de bovengenoemde jachtopzie ners waren ook zij bezoldigde ambtenaren. Hun taak bestond voornamelijk uit het weren van stropers op wilde konijnen in de eertijds veel bredere en uitgestrekter Walcherse duinen. Het gebeurde ook wel eens, dat de hoge heren van de buitenplaatsen er zelf een door hen bezoldigde jachtopziener op na hielden. Na de achteruitgang van deze buitenplaatsen en vooral sedert hun ontluistering en verlaten worden, door de overstroming van 1944 zijn al deze ambtenaren en ordebewaarders zo goed als verdwenen. Alleen de veld- en rijksveldwachters zijn gebleven. Maar de eersten genieten thans een goed salaris en dragen een net uniform. Noot van Jan Vader: Al de in deze schets genoemde personen en feiten zijn zuiver historosch. C.I. v. N. KERKEPAD Het bekende programma 'Kerkepad' van de N.C.R.V. krijgt dit jaar een vervolg op ons eiland Walcheren. Op vrijdag 27 juni verzorgt de N.C.R.V. via Ned. II het programma 'Kerkepad '80'. Hierin worden opgenomen, de Abdij, Oostkerk en Koorkerk te Middelburg, de Grote Kerk en het museum te Veere, de Ned. Herv. Kerken te Gapinge, Serooskerke en Vrouwenpolder. Op de zaterdagen 28 juni en 5 juli zijn deze gebouwen dan te bezichten, tussen 10.00 en 17.00 uur. Het is misschien veel vele leden van onze kring een mooie gelegenheid om deze 'Kerkepad'- route te volgen. v.d. D. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1980 | | pagina 15