DE ORDEBEWAARDERS Jilleba gevraagd of we tot een nieuwe druk mochten overgaan. De schrijver kon daar niet helemaal mee akkoord gaan, daar hij in de afgelopen jaren over het betreffende gebouw heel wat meer kennis had verworven. Hij meende dan ook dat het beter zou zijn om te komen tot een geheel nieuwe uitgave over het Van De Perrehuis. Het bestuur kon hier uiteindelijk wel mee instemmen. Wetend hoe nauwkeurig de heer Jilleba werkt, heeft het nog enige tijd geduurd voor de uitgave drukklaar was en in oktober 1.1. konden we de eerste exemplaren in de verkoop brengen. Helaas heeft het boekje in de regionale pers naar ons idee niet voldoende aandacht gekregen. Mogelijk is de oorzaak daarvan dat men veronderstelde dat het een herdruk van het 'geeltje' was. Niets is minder waar. Je kunt het er niet mee vergelijken. Het heelt een heel ander formaat gekregen, een aantrekkelijk uiterlijk en een veel uitgebreider inhoud met prachtige foto's. Jammer genoeg was het niet mogelijk de reproduktie van een boedelbeschrijving uit 1822 duidelijk weer te geven, maar al met al kunnen we ook op deze uitgave weer trots zijn. Bij de stroom van boeken die in het afgelopen kwartaal van de pers kwam, had deze uitgave ook zeker wat meer aandacht mogen hebben. In ieder geval weet u via onze Wete dat het boekje weer verkrijgbaar is. Voor leden bedraagt de prijs 6,90. Via de boekhandel kunt u het ook verkrijgen en wel voor 8,90. Om die leden, die met de heer Jilleba nog geen rondwandeling door dit prachtige gebouw hebben gemaakt in de gelegenheid te stellen dat alsnog te doen, hebben we met hem een afspraak gemaakt voor zo'n excursie. U vindt hier meer over bij de aankondigingen. Wij vonden de uitgave van dit boekje een uit stekende gelegenheid om met hem dit monument te bezichtigen. J.L. Als vervolg op 'Walcherse dokters uit de vorige eeuw', woordelijk overgenomen uit het nage laten cahier no 17 van Jan Vader, treft U hieronder het eerste deel aan van zijn artikel over 'de Ordebewaarders' uit hetzelfde cahier. Op een heel wat lagere trap van de maatschappelijke ladder dan dokters en dominees, stonden vroeger de beambten, die voor de rust in de gemeente te zorgen hadden. De veldwachters - 'vellewachters' zei men veelal - waren gemeentelijke ambtenaren. Zij werden benoemd door het gemeentebestuur en stonden rechtstreeks onder de burgemeester. Rijksveldwachters waren rijksambtenaren, dus werden zij door de landsregering aangesteld. Lang niet elke Walcherse gemeente bezat een rijksveldwachter. Op de dorpen vond men er alleen een te Veere en Domburg. Wel hadden ook Serooskerke en Grijpskerke een rijksveld wachter, maar deze waren speciaal belast met het toezicht op de jacht en de visserij. Allen hadden ze echter een bepaald rayon met een aantal gemeenten, waar zij hun dienst uitoefen den. Zij stonden onder een brigadier-majoor, die te Middelburg zijn standplaats had. Ter controle moest iedere rijksveldwachter, door iemand binnen de gemeente, waar hij dienst had op bepaalde dagen dus door een inwoner van die gemeente, zijn dienstzakboekje laten tekenen. Dit als bewijs, dat hij daar die dag inderdaad geweest was. De rijksveldwachters werden door de landelijke bevolking veel meer gevreesd dan de veld wachters. Dit kwam vooral daardoor, dat zij als rijkspolitie de gefortuneerde boeren en leden der gemeentebesturen veel minder naar de ogen hoefden te zien dan de veldwachters. Maar dat wil niet zeggen, dat ze nooit eens een oogje dicht deden, als zij een wetsovertreding con- 4

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1980 | | pagina 6