OP BEZOEK IN HET STEDELIJK MUSEUM TE VLISSINGEN HET NIEUWE VAN DE PERREHUIS Het was die avond beslist geen weer dat lokte om naar Vlissingen te gaan. Regenachtig en veel wind. Het blijkt echter dat weersomstandigheden voor onze leden geen beletsel vormen om onze avonden te bezoeken. We waren die avond met ongeveer 45 man naar Vlissingen gekomen voor een bezoek aan het museum en die gekomen zijn, zullen daar zeker geen spijt van hebben, hoewel het enigszins anders liep dan we gepland hadden. De heer Veldhuis kon ons door omstandigheden deze avond niet begeleiden. Gelukkig bleek de heer Geense, medewerker in het museum, bereid om ons die avond toch te ontvangen. Het bleek echter spoedig, dat er in ons gezelschap een aantal mensen zat, dat nauw betrokken is of was bij het wei en wee van dit museum en de geschiedenis van Vlissingen. We hebben die avond van de heren Geense, van Dijk, Heerebout en Joustra heel wat informatie over de ver zameling in het museum ontvangen. We zijn gestart in de benedenzaal, waar Vlissingen te zien is door de ogen van schilders, tekenaars en etsers. Gelukkig hebben zij zich geroepen gevoeld om in de voorbije eeuwen prachtige beelden van Vlissingen voor ons en voor die na ons komen, vast te leggen op doek en papier. Vooral het mooie panorama van Vlissingen uit 1669 had veel belangstelling. Dr. van Dijk gaf ons hierbij een uitvoerige toelichting. Daar de groep te groot was om steeds samen in een zaal aanwezig te zijn, hebben we ons gesplitst en zijn in kleinere groepen door het museum gewandeld. In de gangen had vooral het prachtige houtsnijwerk van deuren, panelen en uithangborden ruime belangstelling. Ook de collectie penningen en munten werd door velen bewonderd. Op de bovenverdieping was er vooral veel belangstelling voor de De Ruyter-verzameling en voor alle zaken die met de zee- en scheepvaart te maken hadden. Dit zijn natuurlijk dingen die zeer nauw met de geschiedenis van Vlissingen zijn verbonden, maar het museum heeft er dan ook een heel fijne collectie van. In dit museum zijn de voorwerpen ook erg overzichtelijk opgesteld. Er is heel veel te zien, maar het is beslist geen opeenstapeling van antiquiteiten. We hebben twee uur lang in de zalen rondgekeken en velen zullen hier voor het eerst geweest zijn, maar een tweede bezoek zal er vast wel op volgen, want in twee uur ben je hier niet uit gekeken. Onze voorzitter, die gelukkig weer hersteld was van een operatie aan zijn hand en ons aan het begin van de avond welkom heette, bracht tenslotte ons aller dank over aan de heer Geense voor zijn prettige medewerking en overhandigde hem de gebruikelijke geschenkenbon. Vlissingen bezorgde ons op die 11 december een fijne avond in een goede sfeer. J.L. Als u bovenstaande titel ziet, behoeft u niet te denken dat de Middelburgse Rechtbank in een nieuw gebouw gaat huizen, maar het is alleen bedoeld om u attent te maken op de jongste uitgave van de Heemkundige Kring Walcheren. Jaren geleden was er een 'geeltje' verschenen van de hand van de heer Jilleba over het Van de Perrehuis te Middelburg. Dit 'geeltje' was al tijden uitverkocht. Vooral diegenen die een rondleiding door het gebouw van de Rechtbank meemaakten, waren in het boekje geïnteres seerd. Er was weer al tijden vraag naar het geeltje en daarom heeft het bestuur aan de heer 3

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1980 | | pagina 5