JAARVERSLAG VAN DE SECRETARIS OVER 1977
Het jaar 1977 zal in de annalen van onze Heemkundige Kring wel bekend blijven als het jaar
van het boek van Jilleba. Op de jaarvergadering in maart 1977 is het besluit genomen tot
uitgave en aan het eind van het verenigingsjaar was het dan zover.
De meeste leden zullen echter tot dat ogenblik meer belangstelling hebben gehad voor de
uitgave van de Wete en voor de evenementen. Het is het bestuur gebleken dat de keus dit jaar
wel goed moet zijn geweest, want een opkomst van 50 leden en meer was dit jaar geen uit
zondering. Het bestuur zal er al het mogelijke aan doen om de leden ook dit jaar een zo
gevarieerd mogelijk programma aan te bieden. Ook aan de Wete is weer gesleuteld en vooral
de mogelijkheid om illustraties op te nemen zal ons blad zeker ten goede komen. Een aantal
leden stuurt ons regelmatig bijdragen. We weten echter dat er veel meer zijn die iets uit het
nabije of verre verleden van ons heem op papier zouden kunnen zetten. Wij zouden u graag
nog eens willen aansporen: laat het de redaktie van de Wete weten en door de Wete alle leden!
Het aantal lezingen en excursies bedroeg het afgelopen jaar 9. Daar deze meestal door de
leden zelf verzorgd worden en er bovendien een entree van 1,00 wordt gevraagd, zijn de
kosten hieraan verbonden gelukkig niet hoog. Daar ook de contributies zeer regelmatig
binnenkomen en er ook altijd nog vraag blijft bestaan naar oude Wetes en andere publikaties
van onze vereniging, is het afgelopen jaar financieel gezien zeker niet ongunstig geweest.
De uitgave van 'Het oude Middelburgse woonhuis' heeft van onze kas vanzelfsprekend veel
gevraagd, maar daar de verkoop van het boek nog steeds goed loopt en er reeds meer dan de
helft verkocht is, zal deze uitgave ons geen problemen opleveren. Omdat de ontvangst van dit
boek bij de lezers en de handel beslist goed is te noemen, kunnen we als vereniging met deze
Jubileumuitgave zeker zeer gelukkig zijn en de schrijver, de heer Jilleba, die ons nu als
bestuurslid gaat verlaten, ook hier nogmaals danken voor het vele en intensieve werk dat hij
bij de totstandkoming van het boek heeft gehad.
Het kontakt met de Veldnamencommissie is dit jaar sterker geworden, omdat in het vervolg
ook enkele bestuursleden aanwezig zullen zijn als de commissie vergadert. Plannen en vragen
die er van beide zijden kunnen zijn, worden op deze wijze sneller verwerkt. De uitgave van de
Koudekerkse Veldnamen is inmiddels in een vergevorderd stadium. De medewerkers hebben
bijzonder veel werk verzet en het bestuur wil dan ook bij de totstandkoming van de uitgave
graag alle medewerking geven en hoopt dat men snel verder zal kunnen gaan met betrekking
tot de andere dorpen. In overleg met de commissie heeft het bestuur het initiatief genomen
om voor deze uitgaven bij de overheid doelsubsidies aan te vragen.
Een nieuwe commissie, die een uitvoerige studie hoopt te gaan maken van het Walcherse oor
logsverleden is in oprichting en we hopen dat ook zij dit jaar van start kunnen gaan. Ook hier
dringt de tijd, daar het aantal informanten jaarlijks kleiner wordt.
De oprichtingsvergadering van de Federatie van Heem- en Oudheidkundige Verenigingen in
Zeeland zal in het voorjaar van 1978 plaatsvinden. De goede onderlinge kontakten zullen
zeker hun vruchten afwerpen. Inmiddels ontvangen wij al van de aangesloten verenigingen
alle publikaties, verenigingsorganen en uitnodigingen.
De belangstelling voor onze vereniging blijft groeien. Hadden we 31 december 1976 326
leden, dit jaar sloten we af met een ledental van 388. In het nieuwe verenigingsjaar zullen we
zeker de 400 passeren en het is de wens van het bestuur om deze belangstelling met de haar
beschikbare middelen zoveel en waar mogelijk te honoreren.
J.L.
7