bevinden zich op de galerij van de hervormde kerk te Oostkapelle. Deze was eigenaar van het orgel voor 1903. Nu zou de hervormde gemeente te Oostkapelle bij de heemkundige kring een goede beurt maken, door ze aan de hervormde kerk te Gapinge af te staan. Tenslotte behoren ze d&ar, bij het orgel! De heer Hogerheide was bereid ons van de klank van het orgel te laten genieten. Het bleek al vlug, dat het niet meer verantwoord is, om daat nog in 'fortissimo' op te spelen. Dit orgel is hard aan restauratie toe. Wie weet, kunnen we bij de volgende rond leiding een prachtig gerestaureerd orgel bezichtigen en beluisteren! Behalve dit fraai instrument, heeft deze kerk ook een mooie eikenhouten preekstoel met boogpanelen uit 1631. In de sacristie, dat tegen het koor gebouwd is, hangt een lijst met de predikanten, die in deze gemeente hebben gestaan. Gapinge had vrij vlug al een predikant, de eerste die genoemd wordt is in 1589. De sacristie wordt sinds de restauratie van 1949 als con sistoriekamer gebruikt, voordien als berghok. Van de hervormde gingen we naar de gereformeerde kerk. Niemand zal achter de muren van dit moderne bouwwerk ook een 18e eeuws kabinetorgel verwacht hebben. Dit orgel, dat sinds 1925 in deze kerk staat, stond van 1866 tot 1925 in de hervormde kerk te Serooskerke. Als inwoner van deze gemeente zeg ik: 'Stond het er nog maar!' Voor 450,kocht de herv. kerk het in 1866 aan en verkocht het voor 100,aan de gere formeerde kerk alhier. De bouw van het orgel schrijft men toe aan H.H. Hess uit Gouda met als bouwjaar 1780. Op de deuren heeft men David met zijn harp uitgeschilderd en een luidsprekende vrouw met muziekmakende engelen. In 1960 werd dit fraai instrument grondig gerestaureerd. Ook hier bleef het niet enkel bij kijken, maar konden we ook luisteren naar de muziek die Pieter Jan de Buck op dit instrument ten gehore bracht. Het bezoek aan Gapinge werd besloten met een heerlijk kopje koffie van mevrouw Sipma in het jeugdgebouw. Daar konden we ook de Gapinse muntvondst uit 1969 van de heer Sturm bekijken. Aannemer Sturm was in dat jaar een bouwput aan het graven voor de bouw van zijn eigen woning. De grond werd naar elders gebracht, behalve het laatste voer, dat hield hij voor zichzelf. Hij had dat nodig om het later te kunnen egaliseren. Nu zat juist in het laatste voer grond zijn schat. Eén gouden en 295 zilveren munten; deze collectie werd in zijn geheel door Dr. Van Gelder van het Rijks Penningkabinet schoongemaakt en gecatalogiseerd. Tenslotte verlieten vele aanwezigen Gapinge met de gedachte: 'Waar zou Sturm nu met die overtollige grond gebleven zijn?' Je weet maar nooit! F.v.d.D. DIJKJE Jacob Cats Bij het uitbaggeren van de slotgracht van Munnikenhof bij Grijpskerke werden twee stenen gevonden met de opschriften ANNO en 1609. Kennelijk hadden deze stenen aan weerszijden van een ingang gezeten. Omdat de stichtings datum van Munnikenhof niet nauwkeurig bekend is, dacht de vinder dat er wel belangstelling zou zijn voor zijn vondst. En omdat die belangstelling tegenviel, proberen we daar langs deze weg wat aan te doen. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1977 | | pagina 7