LAAT HET DE WETE WETEN J.C. Ramaer, (Tekst behorende bij de) Geschiedkundige Atlas van Nederland. Het Konink rijk der Nederlanden (1815-1931), 's-Gravenhage, 1931. A.C.F. Koch, Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. I Eind van de 7e eeuw tot 1222, 's-Gravenhage, 1970. GERAADPLEEGDE BRONNEN Archief van de v.m. gemeente St. Laurens (niet geïnventariseerd), sinds 1966 berustend bij de gemeente Middelburg. Hiervan vooral: Registre de la commune de Brigdamme ao 1810. P.W. Sijnke DIJKJE Kenmerk van Vlissingen Waar is de Grote Kraan van de Scheepswerf 'De Schelde' gebleven? Deze geweldige ijzeren constructie was voor Vlissingen even karakteristiek als de Eiffeltoren voor Parijs. De Eiffeltoren bleef bewaard en werd tot het kenmerk van Parijs. In Vlissingen werd een reclameburo ingeschakeld dat adviseerde de Scheldemuur te beschil deren in de kleuren van de blauwgeruite kiel. Als kenmerk voor Vlissingen. EEN BABBELAARMOLENTJE Velen van ons kennen het bakken van babbelaars: het smelten van suiker met een stukje boter en een scheutje water of azijn, het inkoken, uitgieten op een stenen plaat of aanrecht en daarna het 'trekken', d.w.z. het met de blote handen uitrekken van de taai geworden suiker massa tot lange strengen, die werden samengevouwen, weer uitgerekt, samengevouwen enz. en tenslotte het snel in stukjes snijden, wat dan uiteindelijk de geliefde, bekende babbelaars oplevert. Dit is in het kort de manier, waarop het 'met de hand' gebeurt. Maar nu schijnt er voor dat 'trekken' soms gebruik gemaakt te zijn van een 'babbelaarmolentje'. Dit 'trok' de babbe laarmassa machinaal; een niet geringe verbetering, daar het babbelaartrekken wel een paar vuurvaste handen vereiste: immers de suikermassa was gloeiend heet. Het apparaat schijnt, zoals ik heb begrepen, te bestaan uit een paar rollen, die via een handvat werden gedraaid. Men heeft dus een hand vrij om te snijden. Een ingewijde uit de banketbakkerswereld dacht 'een soort speculaasmolen dus'. Ik kan me voorstellen, dat men in de dorpen waar toeristenverkeer ontstond, probeerde zelf gebakken babbelaars te verkopen en dat men, wanneer men grotere hoeveelheden ging bakken, het arbeidsproces probeerde te vereenvoudigen. Misschien dat dus vooral in die streken de babbelaarsmolentjes werden uitgevonden en gebruikt (Domburg met zijn bad gasten b.v. Mijn vraag is nu: Is er onder U iemand, die van het bestaan van zo'n babbelaarsmolentje af weet, er ooit een gezien heeft, of, wat ik haast niet durf te hopen, er eentje weet te staan, dat ik eens zou mogen bekijken Zo ja: laat het de Wete weten s.v.p. C.I. v. Nieuwenhuyzen 18

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1977 | | pagina 20