Of ander dergelijk soort verheven poëzie. Lange rijen jongens en meisjes zag men door de straten trekken, oude hoerenliedjes of meer moderne straatdeunen zingend. Zijn de kelen schor geschreeuwd, dan worden ze in de heilige huisjes danig gesmeerd. Ieder weet ze te vinden, de stamkroegen, waar het soms een echte janboel is. Dat is de minder mooie kant van sommige boerenjongens. Maar ik moet er dadelijk bijzeggen, dat dit maar enkelingen zijn. De meesten gedragen zich fatsoenlijk en weten zich te beheersen, zijn ook zuinig met hun zuur verdiende geld. Dan is Liesjesdag ook nog een mooie gelegenheid voor de jongens en meisjes om met elkaar in kennis te komen. Of om de vluchtige kennismaking van vroeger wat steviger te maken. Als ze 's avonds naar huis fietsen is er soms een contact voor het leven gelegd. TERUG OP DE BOERDERIJ Het is mogelijk dat een knecht of meid weer naar de vroegere baas of bazinne teruggaat. Ze zijn dan weer voor een half jaar ingehuurd. Het kan echter ook gebeuren dat ze in een nieuwe betrekking komen. Dan haalt de nieuwe patroon hun eigendom van de vroegere hof stede. Dat noemt men kistjes- of kastjesdag. Op een wagen of tweewielige melkkar haalt de boer de linnenkast van zijn pasgekomen meid of de grote houten kleerkist van zijn nieuw bakken knecht. Als ze enkele weken in hun nieuwe betrekking zijn, heeft de baas wel gezien wat hij aan zijn nieuwe knecht heeft. Ook de bazinne weet wel zo een beetje hoe de nieuwe meid is. Is deze eerste kennismaking goed bevallen, zijn die eerste werkweken goed verlopen, dan vraagt de boer aan de knecht of de meid of ze zin hebben te blijven. Of ze dus als dit half jaar verstreken is, de eerstvolgende Liesjesdag weer in hun oude dienst willen terugkomen. Het antwoord van de knecht of meid hangt er natuurlijk van af, hoe het hun in deze nieuwe dienst bevalt. Het kan echter ook gebeuren, dat de boer of boerin helemaal niet tevreden zijn over hun nieuwe personeel. Ze hebben ze nu eenmaal voor een half jaar gehuurd, maar dit eerste halfjaar is tegelijk ook het laatste op deze boerderij. Ze vragen dus na een paar weken niet of de knecht of meid willen blijven. Worden deze dus niet 'gevraagd' dan is dat een stilzwijgende afspraak dat ze tegen de eerstvolgende Liesjesdag ontslag uit hun dienst hebben en naar wat anders moeten uitzien. DE NAAM Tenslotte nog iets over de verklaring van de eigenaardige naam voor deze dag. Volgens sommigen is de naam Liesjesdag afgeleid van het Engelse 'lease-day'; dit woord wil zeggen huurcontract, huurtijd. 'Lease' moet uitgesproken worden liez met een langgerekte ie. Anderen halen de naam van het oud-Franse 'jour de liesse', dat dag der vreugde betekent. Immers met Liesjesdag is er weer een huurtermijn afgesloten en is er vreugde over het ont vangen loon. Sommigen menen - ik vind het nogal ver gezocht - dat Liesjesdag oorspronkelijk een feest was ter ere van de godin Nehalennia, die vroeger o.a. te Domburg werd vereerd. Het is dan geworden Nehalenniadag - Haleniadag - Hanneliesjesdag - Anneliesjesdag. Dat laatste woord is de officiële naam. Men meent dat er twee r.k. feestdagen waren kort na elkaar, n.l. ter ere van Anna de Profetes (Lucas 2) en Elisabeth, de moeder van Johannes de Doper. Deze combinatie Anna - Elisabeth zou dan geworden zijn Annetje - Liesje. Welke de juiste verklaring is, heeft men voor zover ik weet nog niet kunnen uitvinden. En eindelijk nog deze opmerking: Liesjesdag werd alleen gehouden onder de boerenbevolking van Walcheren. Met uitzondering van Nieuw en St. Joosland (kortweg Nieuwland genoemd). Dat is pas 1 Zi eeuw geleden bij Walcheren gevoegd en waarvan de bewoners in kleding meer met Zuid Beveland dan met Walcheren overeenkomen. L. van WALLENBURG. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1977 | | pagina 8