LIESJESDAG king, in feite als hoofdpersoon, behulpzaam is. DE COMMISSIE VELDNAMEN, 5 juni 1977. Oudere lezers weten misschien nog wel iets van Liesjesdag af. Tot even na de jongste oorlog, laten we zeggen ongeveer 30 jaar geleden, werd deze dag nog gehouden. Het waren eigenlijk 2 dagen per jaar: de eerste donderdag in mei en in oktober. Op de donderdagse markt in Mid delburg was het deze twee dagen drukker dan anders. Het waren twee vrije dagen voor de boerenknechts en -meiden. Nu klinkt het woord 'meid' enigszins verachtelijk, maar toen werd een dienstbode op een boerderij altijd 'meid' genoemd. Ook zijzelf zag daar niets minach tends of beledigends in. Stond er niet geregeld in de krant: 'Met mei een handknecht gevraagd', of 'met oktober een meid benodigd', gevolgd door het adres waar men zo iemand nodig heeft. ONTVANGEN LOON Als een oud rijmpje las ik ergens: 'Annetje en Liesje gaan druk naar de stad, Knechten en meiden hun huurloon gehad'. De diensttijd van knechts en meiden liep altijd van mei tot oktober en van oktober tot mei. U ziet dat de zomerperiode 5 maanden duurde en tijd in de winter 7 maanden. Toch werd in die vijf zomermaanden evenveel verdiend als in de zeven wintermaanden. Dat is geen wonder, in de zomer is het de tijd van het harde werken, van hooien en oogsten. Stelt u zich dat huurloon niet al te geweldig voor, tenminste vóór de oorlog niet. Het gewone bedrag was toen ongeveer 40 rijksdaalders, plus natuurlijk kost en inwoning. Eigenaardig dat men in dit geval altijd van rijksdaalders spreekt, vooral bij de knechts. Op die donderdagen kregen ze een vrije dag. Dan konden ze Liesjesdag houden, of om het wat officiëler uit te drukken: Annetje - Liesje. Deze uitgaansdag werd ook benut om inkopen te doen. Alle boerendienstboden waren toen nog in klederdracht en ze hadden nogal wat goud en zilver aan. De ene keer werd dit sieraad of kledingstuk gekocht, een volgend maal weer wat anders. Er waren er ook, vooral jongens, die van hun baas al een voorschot hadden gekregen en dus op Liesjesdag maar een schamel overschotje kregen uitbetaald. Het was op die twee donderdagen druk op de Middelburgse markt en in de straten. De neringdoenden hadden een goede dag en de marktkooplui in ongeregeld goed waren erg tevreden. Ook de caféhouders zien ze met graagte komen, al zijn ze soms uitgelaten van louter lol. NAAR HUIS De rustige bezadigde marktgangers keren om vier, vijf uur, als de markt is afgelopen, naar de hofstede terug. Maar anderen, van de grootste pretmakers en strafste uitgaanders, nemen het er eens goed van. Veel vertier op de boerderij hadden ze niet, 't was altijd hard werken, en nu willen ze die vrije dag goed besteden. Nog een hele tijd na marktsluiten dwalen ze door de straten, hun zouteloze deunen brullend: 'We gaen nog nie naer 'uus, Nog lange nie, nog lange nie We gaen nog nie naer 'uus, Me moeder is nie thuus 5

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1977 | | pagina 7