DE FOLKLORISTISCHE AVOND
Vrijdag 11 februari vierde het Scheldeloodsenkoor zijn eerste lustrum in Britannia te Vlissin-
gen met een folkloristische avond.
Het programma werd geopend door het Westkappels Dameskoor. Dit koor dat de dracht nog
in ere houdt, bewees door zijn optreden dat het terecht nationale bekendheid geniet. Na het
met overtuiging gezongen Zeeuwse Volkslied bracht het koor verschillende internationale
volksliedjes, waarvan het lied over de Wolgaroverhoofdman Stjenka Rasin nieuw op het
repertoir was.
Na Westkapelle was het de beurt aan Koudekerke met het Jongerenkoor.
Onder leiding van Philip Fey, die de directie voert over alle koren die aan deze folkloristische
avond meewerkten, wint het koor voortdurend aan kwaliteit. Ook de belangstelling van de
jongeren voor het koor is hartverwarmend. Het Jongerenkoor geniet vooral op Walcheren
bekendheid door zijn medewerking aan kerkdiensten.
Marie Cecile, die de conference verzorgde trad ook als voordrachtkunstenares op. Met haar
vertolking van internationale volksliedjes is zij op haar best. Het gedeelte voor de pauze werd
besloten met een kort optreden van het Scheldeloodsenkoor in uniform.
Zoals bekend mag worden verondersteld brengt het Scheldeloodsenkoor uitsluitend seasongs
en shanties. Shanties zijn de werkliedjes die vroeger aan boord van de zeilschepen werden ge
zongen bij het zware handwerk, zoals het ankerhieuwen, het brassen van de zeilen of bij het
eentonige pompen om het schip lens te krijgen. De leiding had de shantyman, terwijl de rest
van de bemanning het refrein meezong. Ongeschoolde stemmen dus, vaak begeleid door een
of ander muziekinstrument, zoals een viool, een doedelzak en zeker later de trekharmonica.
Beter dan voor de pauze bracht het koor, nu gekleed als zeelui in de vorige eeuw, deze liedjes
tot leven in de muzikale show 'Een reis naar de West in 1841'. Op het toneel was het achter
dek en de kampanje van een zeilschip te zien, terwijl de bemanning bezig was met zeemans-
handwerk. In volle zee stapte het publiek aan boord van 'De Schoone Waardin'.
Weinig werd het schip bespaard, brand, ernstige lekkage, een verstekelinge Maggie May,
maar toch bereikte het de Westindies, waar fruitmeisjes aan boord kwamen om de bemanning
de ontberingen te doen vergeten. Dit was een intermezzo van de Souburgse dansgroep 'The
Seventh Heaven'. Het kon niet uitblijven dat het schip onderbemand dreigde te geraken 1
Zoals gebruikelijk in die dagen werd het tekort aan bemanningsleden aangevuld met
inboorlingen van de eilanden (zie bijvoorbeeld ook bij Herman Melville's Moby Dick). Deze
bevolking, de kanaken of verbasterd tot knakkers heeft op vele manieren haar tol moeten be
talen aan de Europese handelsdrift. John Kanaka bezingt deze tragiek in de gelijknamige
shanty, een uitstekende vertolking van Jan van der Driest, shantyman van het koor.
Door de Wielingen waar de loods aan boord kwam voer 'De Schoone Waardin' tenslotte
thuis.
De avond werd besloten met bal o.l.v. het gezelschap Leen Zietse.
De eerste dag van de voorverkoop was de voorstelling reeds uitverkocht en hoewel de Heem
kundige Kring 60 plaatsen kon reserveren, was dat lang niet genoeg om aan de vele aanvragen
te voldoen. Voor de tweede avond op 18 maart beschikten we slechts over 10 kaarten. Ook
deze avond werd een succes, niet in de laatste plaats omdat het organiserende koor nu ook
voor de pauze ontspannener zong.
Mogelijk wordt in het najaar dit folkloristische programma nogmaals herhaald, een succes
voor dirigent Philip Fey 1
Sj. J.
3