aan deze zijde van de Noordzee bekend! Behalve gouverneur werd Sidney tot kolonel
benoemd van een Zeeuws regiment. Als zodanig heeft hij zich met prins Maurits onder
scheiden bij de verovering van Axel. De stad heeft weinig van zijn kwaliteiten kunnen
profiteren, nauwelijks een jaar nadat hij er voet aan wal had gezet en met luister was
binnengehaald, bezweek hij aan de verwondingen die hij in de strijd bij Zutphen had
opgelopen. Hij werd slechts 32 jaar.
Enkele jaren later werd zijn broer Robert het gouverneurschap van de stad opgedragen.
Hoewel hij de kwaliteiten van Philip miste en ook hij veel afwezig was, heeft hij deze
post toch tot het einde van het pandschap, in 1616, bekleed.
Maurits bood hem een gedeelte van het Prinsenhuys als verblijf aan. Het schijnt de
Engelsen er veel aan gelegen te zijn geweest om een goede verstandhouding met de
bevolking te bewaren. Maar ondanks takt en moeite konden moeilijkheden tussen hun
soldaten en het Vlissingse zeevolk niet worden voorkomen.
Beider belang was het om de vesting te versterken. De werkzaamheden werden uit
gevoerd onder de „forticateur deser stede". Marynis Cornelisz. Kempe. Kempe die ook
toezicht had op het werk aan het fort Rammekens en enige jaren raad en schepen van
de stad was, woonde op de Oostzijde in ,,'t Gouden Hooft", nu Bcllamypark 38.
Nu de handel floreerde en de stad zich uitbreidde vond men dat de stad een waardig
steehuis nodig had. Met de bouw werd in 1594 begonnen en het werk vond maar lang
zaam voortgang. Vermoedelijk was het eerst in 1611 gereed. Het stond schuin tegenover
het in gebruik geweest zijnde stadhuis dat zijn versiering, de wapens van de stad.
Zeeland en Oranje, bleef behouden en naast het eerste stadhuis dat korte tijd aan
de Admiraliteit in gebruik was gegeven.
Het stadhuis, een monumentaal gebouw van drie verdiepingen in renaissance stijl en ge
ïnspireerd op dat van Antwerpen, was volgens overlevering ,,het pragtigste en kunst-
rykste van gantsch Zeeland".
Zoals gebruikelijk bij de renaissance-stijl werden verschillende bouworden toegepast.
Zo gebruikte men voor de benedenverdieping de Toscaanse orde en bij de eerste ver
dieping de Dorische. Voor de tweede verdieping werd de Ionische orde toegepast. Het
middengedeelte, het risaliet sprong over de gehele hoogte van het gebouw 6 voet naar
voren en was 28 voet breed bij een geheel frontbreedte van 109 voet. Zeer fraai was de
derde verdieping van het risaliet bewerkt volgens de Romeinse orde. Boven de zonne
wijzer was een uurwerk aangebracht. De bekroning van het middengedeelte met dol
fijnen als klauwstukken was volgens de Corinthische orde. Het geheel werd bekroond
met een fronton waarop het beeld de Gerechtigheid prijkte.
Over de gehele breedte van het middenstuk was het arduinstenen bordes met toegangs-
trappen in de zijden. Het bordes was versierd met twee leeuwen en de wapens van
Vlissingen, Zeeland en de Prins. Links in de hoek van gevel en middengedeelte stond een
pomp en rechts een ijzeren draaikooi. In de kooi werden vrouwen, die ontucht hadden
bedreven, enige tijd rondgedraaid.
Aan de rechterzijde van het stadhuis bevonden zich nog twee trappen in arduinse steen.
Daarop werden veroordeelden voor kleine vergrijpen te schand gesteld. Zij waren met
een ijzeren ketting en halsband aan de muur vastgemaakt. Daar boven hing een keten
met de twee „stenen van de wet". Om de straten in de stad geplaveid te krijgen, waar
men circa 1590 mee was begonnen, konden boeten opgelegd krijgen in oppervlakten
straatsteen. Was men niet in staat om stenen te leveren dan werd men met de „stenen
van de wet" de stad rondgeleid.
Behalve het nieuwe stadhuis kwamen in die tijd ook andere gebouwen gereed. Het
Prinsenhuys is reeds genoemd, het stond naast het Arsenaal, „Lands Zeemagazijn".
De Graanbeurs werd vergroot en vernieuwd en dicht daarbij namelijk tegenover het
Rondeel, werd voor de kooplieden en schippers uit de Oostzeelanden een herberg het
„Oostcrsche Huys" gebouwd. Het was een monumentaal gebouw in renaissance stijl en
12