de citadel van Antwerpen met vijf bolwerken worden gebouwd. Met voort
varendheid werd het werk ter hand genomen. We hebben reden om aan
te nemen dat bij de werkzaamheden gebruik werd gemaakt (gedwongen?)
van het volk dat werkloos rondliep. Na tien maanden arbeid moet de
bouwwerk al ver gevorderd zijn geweest. Er was toen reeds het voor die
tijd aanzienlijke bedrag van 730.00 gulden aan besteed. Geen wonder dat
voor de inwoners, die voor hun bestaan op de zee en hun haven waren
aangewezen, de toekomst uitzichtloos leek: er was nog maar weinig no
dig om de spanning, die in de stad heerste, tot een uitbarsting te laten
komen.
4. Waar het stadsbestuur al jaren bevreesd voor was geweest, en tot dan
toe met behulp van de diplomatieke vertegenwoordiger in Brussel had
weten te voorkomen, scheen op 3 april 1572 onafwendbaar.
Kwartiermakers waren op het stadhuis verschenen om de legering van
drie compagnies Spaanse troepen voor te bereiden. Alva had besloten
de stad drastisch te versterken. Een deel van de troepen zou bestemd
zijn om de nog niet voltooide citadel te bemannen.
De hele volgende dag duurde de besprekingen. De kwartiermakers eis-
sten 800 woningen voor 300 soldaten met hun vrouwen en kinderen. De
burgemeesters wezen op de onmogelijkheid van deze eis en verklaar
den dat er in de stad niet meer dan 500 huizen ter beschikking waren.
Zij wilden niet de noodzaak van de versterking in twijfel trekken, maar
de legering van nog meer troepen was voor de stad onmogelijk. Zij ga
ven de raad de troepen in Middelburg onder te brengen. De fourriers
reageerden hierop onbeschoft en begonnen met de voorbereidingen om
de troepen te ontvangen. Het nieuws van de te verwachten versterking
veroorzaakt een nerveuze spanning in de stad. Iedereen weet plotse
ling dat er schepen met Spaanse troepen van Bergen op Zoom onderweg
zijn. Men wacht af, maar de spanning wordt steeds dreigender
Zondag zes april is het paaszondag. De preek van de pastoor, die be
kend staat als 'quaedt Spaensch' heeft het kerkvolk nog feller gemaakt.
Na afloop van de mis voegt het zich bij de menigte die reeds te hoop is
gelopen voor het stadhuis. Het volk eist van zijn bestuur uitsluitsel
over de dingen die te gebeuren staan.
Het verhaal van de revolte is bekend. Door de beschrijving ervan in
de 'Nederlandse Historiën' door P.C. Hooft, behoort het tot onze klas
sieke literatuur. Er zijn ook anderen die het gebeurde beschrijven,
maar het meest authentieke lijkt mij dat van de gouverneur van Zeeland,
Antoine van Bourgondië. Hij is niet alleen ooggetuige geweest maar
heeft ook als eenling zijn gezag met het opstandige volk gemeten,
's Avonds nog schrijft hij zijn bevindingen aan de hertog van Alva.
H. G. Grol heeft dit rapport uit de archieven opgediept en m. i. terecht
gebruikt in zijn werk 'De Geschiedenis der Oude Havens van Vlissingen'.
Intussen zijn de 17 schepen op de rede gearriveerd met aan boord de
Spaanse troepen. De schepen zijn ten anker gekomen om te wachten en
zo met gunstig tij binnen te lopen. Het volk eist van het bestuur dat het
maatregelen treft om dit te verhinderen, maar de magistraat voelt
zich machteloos. Dan verschijnt plotseling de gouverneur van Zeeland.
Antoine van Bourgondië is door een Waals officier in Middelburg ge-
6