Naar de gewoonte van die tijd werd het ondergebracht bij de bevolking.
Dit betekent niet alleen de legering en de voeding van 150 krijgslieden,
maar in de praktijk ook de verzorging van hun gezellinnen en kroost,
bij elkaar zo'n 800 mensen.
Het stedelijk bestuur liet niet na in Brussel op de onhoudbaarheid van
de toestand te wijzen en zij deed dat nog eens nadrukkelijk en met klem
toen het nodig werd geoordeeld het garnizoen met een Duits vendel te
versterken. Dit maal hadden de protesten succes, d. w.z. Alva bleek
op dat moment niet de 'IJzeren Hertog' te zijn zoals we hem kennen uit
de Vaderlandse Geschiedenis. Hij laat het stadsbestuur weten dat 'tot
verlichtinghe der stadt' het garnizoen tot 50 krijgsknechten zal worden
teruggebracht. Men behoeft hen slechts te voorzien van 'bedden met
slaeplaecken ende deken' en hun te gunnen 'des weerdts vuer te moegen
mede genieten ende een keersken om tsavondts slaepen te gaen, anders
ter werelt nyet
Helaas gebrek aan geld en dus voeding maakte het toch weer nodig dat
de lasten op de brugers werden afgeschoven. Het steeds driester optre
den van de Watergeuzen maakte bovendien een aanval op de stad tot de
mogelijkheden waar rekening mee gehouden moest worden, dus
werd de versterking van het garnizoen toch weer steeds uitgebreid.
Vooral dit laatste zou de directe aanleiding worden tot de opstand.
3. In tegenstelling tot veel andere steden in de Noordelijke Nederlanden,
waar de aanhangers van de nieuwe leer nauwelijks 5 procent van de
bevolking uitmaakten, schijnt in Vlissingen de reformatie veel volge
lingen geteld te hebben. Zelfs een deel van het stadsbestuur moet niet
vrij geweest zijn van deze 'ketterij'.
In 1566 stuurde men een rekest naar de magistraat om deze toestem
ming te vragen predikaties te mogen houden in het gasthuis dat buiten
de poort gelegen was. De reden die de aanhangers van de nieuwe leer
voor hun verzoek opgaven was aan de ene kant aandoenlijk naïef, maar
aan de andere kant bleek daaruit de potentiële macht van de reformis
ten. Zij wezen n. 1. in hun rekest op het feit dat de stad haar verdedi
gende taak (voor het eiland maar ook voor 'den lande herwaertsover
niet kon vervullen wanneer de bijeenkomsten in de velden, dat zijn de
duinen bij Kouderkerke, werden gehouden: 'alsdan dezelve stede zeer
gedepopuleert volck )zulck datter nauwelicks eenich volck in de stadt
en blijft Het rekest werd afgewezen waarop relletjes uitbraken en
vernielingen in de kerk werden aangebracht. Maar door krachtig ingrij
pen van de overheid 'heeft de godsdienst int clooster nyet gecesseert
behalve eenen dach'.
Men krijgt echter niet de indruk dat het stadsbestuur de nieuwe leer
stelselmatig bestreed, integendeel, de verscherpte richtlijnen die uit
Brussel werden uitgevaardigd, werden in Vlissingen genegeerd. Inci
denteel zijn er wel burgers gevangen en gevonnist, maar meer ter
oirsaeke vur troublen ende beroerten' dan op grond van hun belijdenis.
Dat neemt niet weg dat velen zich gekrenkt moeten hebben gevoeld dat
zij hun geloof niet openbaar mochten belijden. Vermoedelijk heeft dit
later aan hun verzet een extra dimensie gegeven.
Niet gekrenkt misschien maar wel getergd moet de bevolking geweest
zijn toen in de zomer van 1571 begonnen werd met de aanleg van forti -
fikaties op het terrein, dat reeds tientallen jaren lag te wachten op de
noodzakelijke uitbreiding van de haven. Het kasteel zou in de trant van
5