zeer wisselvallige verhoudingen en maten. Bovendien gebeurt het meerma len dat ik details omwerk in verband met de compositie der andere details, die in het raamconcept verwerkt zijn. Dat maakt het veelal noodzakelijk een nieuwe compositie te maken. Zij 't dan op de aanvankelijke grondgedachte. Bijv. de plaatsing der samenstellende figuren. Ik ben nu bezig met het detail "De bevrijding van de Hongaarse predikanten", een detail dat o. m. door de veelheid der figuren volledige concentratie nood zakelijk maakt. Waarbij men de compositie der reeds gereedgekomen details in het oog moet houden en daarop afstemmen. Is die tekening gereed dan rest mij alleen nog de tocht naar Chatham. Wanneer ook deze tekening gereed is, alles 1:10 dan komt het maken van de kleurstelling aan de beurt. Is ook die gereed, dan kan pas met de eigenlijke uitvoering begonnen worden. Dwz. met het maken van chablonen, het snijden van het glas en het eigenlijke schilde ren. De tekeningen op ware grootte zijn klaar op de laatste details na. !t Zal dus nog wel even duren alles bij elkaar. Een datum waarop het klaar zal zijn kan ik momenteel niet met enige zekerheid opgeven. In ieder geval betracht ik de nodige spoed. Waarbij ik rekening moet houden met het feit dat mijn werk kan stagneren, zoals nu, waar ik 2 door mij gemaakte ramen moet restaureren, omdat daarin verschillende stukken door onvoorzichtigheid of baldadigheid geschonden zijn. Dadelijk ingrijpen mijnerzijds is dan noodzakelijk, met de gevolgen van dien. Ik schrijf u dit alles zo uitvoerig om u een inzicht te geven in de verrichte werkzaamheden en de omstandigheden waarin ik werk". Uit een brief van 9 mei 1964, waarin hij dank zegt voor de gelukwens ter ge legenheid van zijn 79ste verjaardag: "Met de Pinksterdagen kom ik naar Vlissingen en hoop u te vertellen hoe 't met 't werk staat. DsKloosterman heeft mij thuis opgezocht en een en ander gezien. Ik had een prettig en geanimeerd gesprek met heml' Ik meen te weten dat dit gesprek o. m. de tekst betrof van de raamvoet. De glazenier had hier een regel gekozen uit Brandt's gedicht "Michiel de Ruy- ter", n. 1. "Het roer der vloot, d'arm daar Godt doorstreê". Ongetwijfeld hebben ds.Geeraert Brandt en zijn tijdgenoten de Ruyter gezien als een werk tuig in Gods hand, onze generatie heeft daar meer moeite mee. En zoals ik in het begin van dit artikel al heb aangestipt is de visie op het historisch ge beuren eigentijds gekleurd. Geschiedschrijving, ook in glas, is subjectief! Bij het bespreken van het raam zullen we zien dat Hofman zich gedeeltelijk heeft laten overtuigen. Vergde de uitvoering van het ontwerp meer tijd dan verwacht was, onder lei ding van Hupkes waren de financieële problemen snel opgelost. De heer J. W. Hupkes "wist enkele vrienden voor het raam te interesseren". Het enige punt wat moeilijkheden opleverde was dat de Kerkvoogdij van de Hervormde Gemeente aan wie tenslotte het raam zou worden overgedragen aan de buitenzijde een beschermend traliewerk eiste. De Kerkvoogdij stelde dat zij niet de financie'éle middelen had om schade aan het raam te laten her stellen. Hoewel Pieter A.H.Hofman heimelijk hoopte het de Ruyter-raam op 4 mei 1965, zijn 80ste jaardag, gereed te hebben, bleken de spanningen te veel voor hem te zijn geweest. Nimmer heeft hij getwijfeld aan de realisatie van zijn levenswerk, maar langzaam groeide bij hem het besef dat een ander, zijn medewerker W. L, Wagemans, zijn schepping zou moeten voltooien. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1976 | | pagina 16