De Duitsers zijn later tot herbegraving overgegaan, op een der kerkhoven, dat onmiddellijk omgedoopt werd tot Heldenfriedhof. Na de oorlog hebben zij allen (of alles!) opnieuw opgegraven en met grote vrachtauto's naar de Heimat teruggebracht. En de Nederlandse regering heeft erebegraafplaatsen laten aanleggen voor de geallieerden, mbt de namen, de data en de militaire gegevens. Zo is er in de omgeving van Nijmegen nog 'n Engels kerkhof en in Groesbeek een groot en zeer bekend Canadees kerkhof, uitstekend onderhouden en alles is goed leesbaar. Tot voor kort nog bezocht door Canadese fami lieleden. Ik dacht aan al deze dingen, toen ik aan de burgemeester de vraag stelde of de burgerlijke gemeente, die het onderhoud van de Koudekerkse graven op zich heeft genomen, niet alleen kon zorgen voor de bloemrijke omlijs ting, maar ook voor de leesbaarheid van de inscripties, al was 't maar het zwartschilderen van de letters en cijfers. !t Is nu een beetje "zuunig". Tot zover mijn verhaal(tje), al was 't alleen maar uit dankbaarheid voor het genotene en de hoogst interessante rondleiding van ras verteller Roose, die het verleden tot leven bracht en de heer burgemeester, die heden en toekomst voor zijn rekening nam. Willem R. van der Heijden Kleinzoon van de tolgaarder op foto 39 EEN VERHAAL VAN DE PLAA paardemeester te Meliskerke) De Plaa uit Meliskerke (1814-1893) staat in Walcheren bekend om zijn toverkunsten. Eén van deze verhalen deelde ons lid W.P0 Roose te Kou- dekerke ons mede. Het luidt als volgt: De Plaa zat in zijn huis aan de Dorpsring te Meliskerke eens voor zich uit te kijken toen een venter, die zijn waren op een hondekar had geladen, een kar door twee honden getrokken, bij een buurman van De Plaa binnen ging. Meliskerke bestond voor een groot deel uit boerderijen, ook in het dorp. Hij wist dat de venter, Jantje Olieslager, soms uren binnen bleef. De Plaa zag een kans. Jantje Olieslager bleef inderdaad een paar uren binnen, en de honden stonden trouw te wachten in de zonne. Bij zijn ver trek uit Meliskerke voegde De Plaa de venter toe: "Je bent nog niet tlniis"0 Olieslager ging echter op de kar zitten, weinig aandacht schenkende aan de woorden van De Plaa, om zich gemakkelijk op de hondekar naar huis te laten rijden. Hij bemerkte echter al spoedig, dat zijn trekhonden dan naar links uitweken en vervolgens naar rechts, al naar gelang de éne hond of de andere sterker trok. De hondekar werd dus zigzaggend over de aarden landweg getrokken. Jantje Olieslager werd bang in één van de sloten met water terecht te komen met kar en al, zodat hij genoodzaakt werd af te stappen. Hij moest naast de kar gaan lopen. Maar de honden bleven naar één van de sloten trekken, waardoor Jantje Olieslager zijn handen vol had om in Middelburg terecht te komen. Het duurde uren voordat de venter in Middelburg arriveerde. Jantje Olieslager herinner de zich onderweg meermalen de woorden van De Plaa bij zijn vertrek uit Meliskerke: "Je bent nog niet thuis!" Omdat De Plaa de naam van tove naar droeg was de venter er nu vast van overtuigd dat zijn honden door De Plaa betoverd waren. Jantje Olieslagers vertelde deze ervaring op elke plaats en huis waar hij aanging op geheel Walcheren, jarenlang. Hij en natuurlijk veel bewoners van ons eiland zagen daarin opnieuw een be wijs dat De Plaa uit Meliskerke kon toveren Inderdaad was De Plaa de schuldige, doch hij kon niet toveren» De groot- 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1976 | | pagina 8