bovendien uiterst beknopt. De mogelijkheden voor een goede informatie, historisch verantwoord en juist in vertrouwde handen bij deze deskundige auteur zijn onvol doende benut. Voor redelijke prijs wordt wel een aantrekkelijk boekje geleverd, mede omdat weer eens de aandacht wordt gevestigd op het prachtige plaatwerkenbezit van het Kon. Zeeuws Genootschap en andere archieven. De schrijver vermeldt deze bronnen nauwgezet. De unieke Zelandia Illustrata leent zich er toe eens door een deskundi ge te worden bewerkt voor een aantal afbeeldingen in een mooie kunstuitgave over Zeeland, desnoods verdeeld in afdelingen voor de Zeeuwse eilanden. Dit nuttige boekje toont de mogelijkheden wel aan. Uit de post van de Commissaris des Konings WAAR BLEVEN IN ^866 DIE HEHALENNIA BEELDEN UIT EEN TUIN IN DOMBURG Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings der Provincie Zeeland. Aangezien er geschil is ontstaan omtrent de eiej?ndom der Nehalenea beelden, wel ke in den tuin van H. M.Kesteloo, Gemeente secretaris, bewaard worden; heeft Dr. C. Leemans Directeur van het Rijks-Museum van Oudheden te Leijden eene spe ciale zending van Zijne Exellentie de Minister van Binnenlandse Zaken gehad ten einde die overblijfselen in oogenschouw te nemen en er zich in het bezit van te stellen, hebbende ten deze schriftelijk H. M. Kesteloo als bewaarder aangesteld om tegen alle wegvoering te waken. Daar deze overblijfselen morgen vroeg reeds van Domburg zullen vervoerd worden naar het Museum van Oudheden te Middelburg op last van het Zeeuwsch Genoot schap der Wetenschappen moet er onverwijld besluit genomen worden tegen dit vervoer waarbij ik verzoek dit vervoer acht 14 dagen uit te stellen tot dat Z. Exell. de Minister zijn gevoelen zal te kennen gegeven hebben en verzoek de over blijfselen voorlopig onder bescherming van Zijn Exellentie de Commissaris te stel len ten behoeve van het Rijk. De bedoelde voorwerpen zijn eerlang aan de Staat af gestaan en eerst later aan het Zeeuwsch Genootschap geschonken waarmede men geen genoegen nemen kan, te meer daar er quaestie zij wie de eigenaar is, welke blijken kan geheel anderen te zijn dan de Heere Slicher of de Gemeente Domburg. Van deze gelegenheid profiterende Zijne Exellentie mijne meest onderscheidene hoogachting te verzakeren. Zijner Exellentie dienstwillige dienaar nr)// J. C. Frederiks. Oostkapelle 24 Augustus 1866. historieschilder (Het verdere verloop n. a. v. deze brief is niet bekend; met potlood is een aanteke- ning gemaakt bovenaan de brief die luidt: "wegleggen"). Mej. T. WSteketee. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1974 | | pagina 21