ring. Maar de kracht van de zee kent geen grenzen. Tijdens de hevige storm van
30 september 1911 werd een steenblok van 5500 kilo door de golven opgenomen en
10 mtr. verder in het staket geworpen zonder dat er een paal noemenswaardig
werd beschadigd. Duizenden blokken (zolderschuiten) stortsteen zijn in de loop der
jaren tegen de voet van de dijk gestort. Ook de basaltstenen werden steeds zwaar
der. Beneden 50 tot 60 cm. lengte en boven (de katteglooiing) 20 tot 30 cm. lengte.
Nadien is men begonnen met beton. Maar het meest bevredigende is de asfaltering
die de laatste jaren is toegepast. Het staketwerk is verdwenen. De paalhoofden
daarentegen zijn verstevigd.
KUST VER LICHTING EN VUURTOREN
Ten behoeve van de scheepvaart werd in 1370, op last van Albrecht van Beijeren,
een vuurbaak opgericht, die in 1398 in zee stortte. Kort nadien werd een nieuwe
vuurbaak geplaatst, later gevolgd door een tweede. Nog staan twee kustlichten op
de dijk. De huidige kustverlichting op het oostelijk eind van Westkapelle, de stenen
vuurtoren, dateert van 1817 en werd door de Staat der Nederlanden geplaatst op de
kerktoren van de Sint Willibrorduskerk.
De Westkappelse vuurtoren en de zeedijk zijn twee monumentale kunstwerken, in
welker bedding het dijkdorp Westkapelle zich veilig voelt. Maar in hoofdzaak de
dijk en de steeds dreigende zee zijn de elementen waar de Westkappelaar zich één
mee voelt. Men zou de westerstorm en het schuimende nat niet willen missen.
Nog minder de beschermende dijk die intussen is uitgegroeid tot plm. 5000 mtr.
lengte. Bijzonder benieuwd is men dan ook hoe de dijk in het kader van de delta
werken er straks zal uitzien. Misschien zullen 10-tallen woningen het veld moeten
ruimen. Maar intenser leeft de vraag of het verkeer en de vrije toegang besten
digd zal blijven. Niet alleen de Westkappelaar, ook de recreanten en dagjesmensen
komen in de vakantietijd massaal de dijk bezoeken. De hengelsport viert er hoogtij.
Van heinde en ver, tot diep uit Belgié toe, komen in de vroege zondagochtend de
hengelaars aanzetten met vrouw en kroost, om er de dag door te brengen.
HET BOMBARDEMENT IN 1944
Wanneer ik vermeld, dat in de loop der eeuwen slechts 2 maal de dijk is bezweken,
dan moet ik er aan toevoegen, dat dit nog een keer is gebeurd, niet door stormge
weld, maar door oorlogsgeweld. Tijdens de laatste oorlog v-erd op 3 oktober 1944
de dijk gebombardeerd door de geallieerden, met de bedoeling Walcheren te inun
deren om alzo één van de sterkste Duitse bolwerken langs de kust murw te krijgen
en de vijand te verdrijven. Het bombardement vond plaats op het meest kwetsbare
gedeelte van de dijk, bij tamelijk ruw weer en springtij. Tijdens het bombardement
van ruim 2 uur verbeterde het weer echter zodanig, dat er niet de verwachte hoe
veelheid water kwam opzetten, zodat het bombardement op 17 oktober werd her
haald. Toen werd de dijk gekraakt en kon het zeewater, alsook door het Veerse
gat, Nollegat en het gat bij Rammekens, bezit nemen van ons schone eiland Wal
cheren. De opzet was gelukt. De vloed en eb 2 maal daags zorgden al gauw dat het
gat zulke afmetingen aannam, dat oude Westkappelse, doorgewinterde dijkwerkers
de hoop op herstel lieten varen. Hier viel niets meer te redden. Toch waren er
wel vooruitziende dijkwerkers die vertrouwden op het vernuft en de kennis van de
waterstaatsmensen. Zij kregen gelijk. Machtiger dan ooit is de dijk herrezen.
Waarom zullen sommigen zich afvragen moeten dan zoveel miljoenen besteed wor
den aan verzwaring van de dijk. Ten opzichte van het land stijgt de waterspiegel
telkenjare, waardoor de druk op de dijk steeds groter wordt. En nu men door de
stormramp van 1 febr. 1953, waarbij de Westkappelse zeedijk zich goed heeft ge
houden, genoodzaakt is het hele deltagebied beter te beveiligen, zal de Westkappelse
8