opdracht van de woningbouwvereniging "Middelburg". Ook hier blijkt dat res taureren een kompromis inhoudt van wat uit kunsthistorisch-bouwkundig oog punt wenselijk is met wat financiëel haalbaar én voor de huidige begrippen leefbaar is. De restauratiewerkzaamheden zullen in de Bellinkstraat nog wel een jaar in beslag nemen. 3. Excursie naar de Oranjemolen te Vlissingen Op deze stralende zaterdagmorgen, 15 juni, spoeden zich bijna 40 leden naar de enige molen die Vlissingen nog rijk is. Maar, hij mag er dan ook zijn, die Oranjemolen. Na een grondige inleiding (die volledig in deze Wete is opgenomen) van ons bestuurslid F. P. Dominicus en een spitsvondige dia loog tussen hem en molenaar Kasse verspreiden we ons over de zolders tot in het nokje van de kap, vol bewondering voor het knappe staaltje vakman schap, dat zulke kolossale houten raderen zo soepel heeft laten lopen. Een episode uit de dialoog Dominicus-Kasse (bakker-molenaar) willen we u niet onthouden, 't Is in dialekt, maar 't Wcts ook in dialekt. Dominicus tegen Kasse: "As je vroeger een bakker en een meulenaer saemen op straete zag lope en je riep: DIEF, dan keke z'ollebei om". Kasse tegen Dominicus "Mè de slechste bin de bakkers; je weet toch wè da' ze d'r s een hangen Kasse(die nu meent de finale bereikt te hebben) overmoedig tegen Dominicus: "Wist je wè dat meulenaers ooltied grote verkens 'ade?" Dominicus: "Jae, mè je wist nooit van wien z'n taereve W.P. v. d. H. VARIATIES OP HET THEMA MONUMENT Alleen reeds het feit dat in de periode van één maand drie publicaties versche nen - en dat bepaald niet onopgemerkt - over onderling nauw verwante onder werpen, die zich tevens mogen verheugen in de belangstelling van velen onzer, lijkt voldoende reden ook op deze plaats kort aandacht te schenken aan deze drie boeken. Dit te meer, daar twee van de drie verschenen in het kader van de voor bereiding van het Europees Monumentenjaar 1975. Als meest recente van de drie verscheen een boekje onder de titel "Nederland zal ons een zorg zijn". Het is uitgegeven ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond (KNOB), en werd geschreven door de Nijmeegse sociaal-geograaf van Welsenes. Naast een (niet door vlekkeloos Nederlands uitmuntend) voorwoord van Prof. Temminck Groll, voorzitter van de bond, en een tekstgedeelte van ruim 20 pagina's, bevat dit boekje een verzame- ling van 96, merendeels lucht-, foto's (formaat 15x15 cm), voor een deel in kleur, voor het grootste gedeelte in zwart-wit uitvoering. In enkele paragrafen schetst de auteur in vogelvlucht de ontwikkeling van het Ne derlandse landschap, waarbij vooral - en terecht - de nadruk valt op het feit dat het gaat om een door de mens bepaald, een "man made" landschap. Hij schenkt aandacht aan de opkomst van de middeleeuwse stad, aan de toenemende invloed 7

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1974 | | pagina 9