systeem, en bovendien de molenaar meer vrijheid van malen te geven door hem vergunning te geven 's nachts en op Zon- en feestdagen te mogen malen". Volgens opgave van molenaar Minderhoud van de Oranjemolen uit 1832 kan er da gelijks, wanneer het redelijk waait en beide molens gebruikt kunnen worden (de Oranje- en de Westmolen), een getal van 120 tot 150 mud gemalen worden. Wanneer men 's nachts mag malen natuurlijk veel meer. "Onlangs heeft", aldus Minderhoud, "de Oranjemolen alleen in 24 uur 200 mudden gemalen, doch de nieuwe molen kan niet altijd gelijktijdig met de Oranjemolen werken, daar dit van sommige winden afhankelijk is". (12) Opmerkelijk is dat Minderhoud in 1832 maar twee molens noemt, blijkbaar is de eerder vermelde watermolen al buiten productie; dit zal zeker wel zo zijn daar bakker Dobbelaere in voornoemd ant woord aan B W ook aandringt op het bijbouwen van een watermolen. (P. K. Dommisse geeft aan dat de laatste watermolen verdwenen is in 1834, dus twee jaar later. Onze conclusie zou kunnen zijn, dat er toch tamelijk veel ruimte bestaat tussen de opgegeven mogelijke productie en de behoefte der bevolking. Wij zien echter hieruit ook, dat het van groot belang is, w^r de betreffende molen opgesteld staat. Een molen als deze Oranjemolen, op de dijk geplaatst aan zee, kan wat de wind betreft bijna altijd draaien; hetzelfde zagen we in het verleden bij de Westkappelse dijkmolen, gebouwd in 1773, doch helaas aan de bommen ten offer gevallen op 3 okt. 1944. MOLENS IN ZEELAND EN OP WALCHEREN Van de 940 molens die Zeeland geteld heeft, zijn er heden nog 75 over. Op ons eiland nog 18 en 1 romp op Koudekerke, die mogelijk t. z. t. nog hersteld zal worden. In feitelijke productie zijn er van die 18 molens nog 3 stuks, n. 1. op Zoutelande, Biggekerke en Oostkapelle, de laatste slechts zeer minimaal even als Zoutelande; ze beschikken beide over een hulpmotor1 4) De oudste molen van Walcheren is de Oranjemolen, die volgens de opgave van De Bad in 1650 gebouwd is. De molen in Biggekerke dateert van 1712 en die van Zoutelande van 1722. Op meerdere plaatsen van Walcheren (ook elders) is de tegenwoordig bestaan de molen een voortzetting van een vroegere houten standaardmolen. Diverse mo lens zijn omstreeks 1800 gebouwd en andere na 1850, mede onder invloed van meer vrijheid; dit door de afschaffing van de accijns op het gemaal, bij de wet van juli 1855. DE MAALSTENEN; MOLENTYPEN OP WALCHEREN Het principe van malen berust bij alle molens op een stel horizontaal liggende over elkaar draaiende stenen, waarvan de onderste steen vastgeklemd ligt en de bovenste aangedreven wordt. De meeste stenen hebben een middellijn van rond 150 cm. en zijn circa 30 cm. hoog. Ze bestaan uit zgn. Franse stenen, die samengesteld zijn uit stukken kwarts; Duitse stenen, ook wel blauwe genoemd, worden gehakt uit bazaltlava, meestal afkomstig uit de Eifel. (15) Genoemde stenen zijn voorzien van groeven en deze groeven zijn van invloed op het vakmanschap der molenaars. Het gaat n. 1. om het in juiste conditie houden van deze groeven daar alleen een vakman de stenen kan scherpen (billen) zoals het behoort en juist dit billen hangt de kwaliteit van het meel af. En deze kwali teit is voor de broodbereiding een kwestie van levensbelang. Vanzelfsprekend speelt de gebruikte tarwesoort en de vereiste menging en uitmaling mede op het eindproduct een rol. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1974 | | pagina 17