Deze in groengrijze toon geschilderde en met putti bevolkte composities kunnen
picturaal als de meest geslaagde grisailles van het gebouw worden beschouwd.
Ook in de uitvoering van hetgeen de grisaille beoogt, n. 1. het imiteren van
pleister- of beeldhouwwerk, bereikte de beeldende kunstenaar een krachtige
ruimtelijke werking.
Dirk van der Aa (1731-1809) die naar ik veronderstel ook als decorateur van
het fameuze Haagse porcelein werkzaam is geweest, beeldde op iedere dessus-
de-porte twee putti af, die een rond schild vasthouden waarop respectievelijk
de woorden "Religio" en "Pax" met de op deze begrippen betrekking hebbende
godsdienst- en vredes symboliek is geschilderd.
Het schoorsteenstuk toont speels in het vlak geschreven putti met scepter,
vrijheidshoed, weegschaal en anker.
In de boognissen van de gang boven de kroonlijst verdienen tenslotte nog drie
door forse acanthusbladeren omkrulde schelpornamenten vermelding, terwijl
ook een bij de trap naar de kelder geplaatst eiken klauwstuk met gestoken ro
zetten op de flanken en een rij culots op de voluutvormige omlijning niet onge
noemd mag blijven.
Al de in bovenverdieping aan de tuinkant gelegen kamers hebben aan de in
richting tot Griffie en de werking van de tijd een betreurenswaardige tol be
taald.
Van deze vertrekken heeft alleen de kamer van de rechter-commissaris gelegen
in de uiterste oostzijde van het huis een noemenswaardige schoorsteen uit het
3e kwart van de 18e eeuw met een helaas zwaar beschadigde chinoiserie, ter
wijl in de daarnaast gelegen advokatenkamer slechts een des sus-de-porte en een
grisaille in de schoorsteen recht hebben op aandachtige beschouwing.
Deze supraporte bestaat onder meer uit een eenvoudige op de Romeinse cultuur
geïnspireerde schildering met tandlijst aan de basis. Het tafereel op de gri
saille stelt vermoedelijk een brandoffer aan Venus voor. Tegen de achtergrond
van de drie Gratiën op een sokkel staan twee vrouwengestalten, waarvan de een
iets boven een rokend Romeins komfoor of altaar houdt.
Dit niet gesigneerde grauwtje toont zich picturaal verwant met het reeds bespro
ken exemplaar in de raadkamer.
gang> die evenals die in de benedenverdieping van oost naar west dwars door
het gebouw loopt, ontvangt zijn licht mede door een in een eiken paneel gesneden
oeil de boeuf. De ongeveer in het verlengde van deze gang gelegen kleine kamer
van de commandant van de parketwacht heeft een aardige spinde met vaardig
ajour gestoken panelen in de onderdeuren.
Helaas hebben ook de bovenkamers in de oostelijke vleugel ten behoeve van de
inrichting tot kantoorruimte onder "kaalslag" te lijden gehad.
Het interieur in de westelijke vleugel daarentegen verkeert in uitstekende
antieke conditie. Het bezit een prachtige eiken bibliotheekbetimmering die niet
alleen vanwege zijn schoonheid, maar ook door zijn zeldzaamheid warme bewon
dering verdient. Langs alle wanden loopt een open bergruimte die in iedere
hoek telkens door naar binnen gebogen kastdeuren wordt onderbroken. Aan de
zoldering prijkt een koperen windroos.
Hoewel de samenstellers van de monumentenlijst en Dr. Unger in zijn voortreffe
lijk boek over de monumenten van Middelburg dit interieur in het laatste kwart
van de 18e eeuw plaatsten, is het toch niet onmogelijk dat het inwendige van dit
vertrek reeds tijdens de bouw van het huis of kort daarna tot stand kwam.
Want de gebroken frontons met de daarin staande eiken vazen hebben het geheel
maar nauwelijks van een duidelijk aantoonbare Lodewijk XV-opvatting weten te
redden, zodat men hier wellicht van een zeer pril klassiek reveil in het 3e kwart
van de 18e eeuw zou kunnen gewagen.