Naast hem wordt een aantal vastgebonden gevangenen in slavernij weggevoerd. Soldaten dragen oorlogsbuit in de stoet mee. Voor de beschouwer van dit oor logsstuk links vindt in het tapijt "triomf van Minerva" een lofzang op de voordelen van de vrede zijn bekoorlijke vertolking. De Godin Tellus die naast de op een wolk gezeten Minerva staat stort de inhoud van de hoorn des overvloeds uit in de schoot van een vrouw. Links op de gobelin zijn putti bezig met het vernietigen van oorlogstuig. De architectuur, de muziek en de schilderkunst zijn rechts op de compositie in de gestalten van twee mannen en een vrouw zinnebeeldig tot uitdrukking gebracht. De kleinste gobelin waarvan de ontwerper onbekend is, stelt de Griekse held Hercules voor die door Koningin Omphale verplicht wordt in vrouwenkleren aan het spinnewiel te zitten. Dit onderwerp hoort in de serie triomf stukken niet thuis. Uit deze serie had Leijniers voor het kleine wandvak tussen de schoorsteen en het oorlogstafereel vermoedelijk geen passend formaat voor handen. Wellicht is om deze reden de "Hercules" als "stoplap" in het slechts 1. 25 meter brede vak aangebracht. Van de Perre heeft voor de tapisserieën inclusief de verpakkings- en verzend kosten 1836 gulden en 10 stuivers betaald. Deze voor die tijd aanzienlijke som heeft de sluiting van Leijniers atelier 2 jaar later niet kunnen verhinderen. Toen de belangstelling voor het wandtapijt verflauwde hebben verschillende fabrikanten hun weefgetouwen op gang weten te houden door tapisserieweef sel voor de bekleding van stoelen te gaan produceren. De imposante civiele zaal wordt aan de oostzijde begrensd door de raadkamer die waarschijnlijk door Jhr.Schorer is verbouwd. Een groter contrast tussen twee vertrekken is nauwelijks denkbaar. In tegenstelling tot de golvende decoratie en het warmbloedige koloriet van de civiele zaal heersen in de raadkamer de onverbiddellijke rechtlijnigheid en het koele grijs van het empire. De betimmering met zijn zwaardere profilering ligt op een streng geometrisch patroon. Alleen de ovale op de schoorsteen geplaatste spiegel breekt met het rechte vlak. Boven de spiegel is een grisaille geschilderd die waarschijn lijk een moraliserende tendens bezit. Een kennelijk zowel letterlijk als figuur lijk gevallen vrouw wordt door een naast haar staande figuur gewezen op een in de linker bovenhoek van het grauwtje zwevende putto, die een Alziend Oog en een weegschaal vasthoudt. Aan de westelijke kant van de middelste tuinkamer grenst het meest stijlzuivere vertrek van het gebouw. Het toont zich met zijn dubbele deuren, supraporten met putti en de in twee tinten rose geschilderde lambrizering sterk verwant aan de gobelinzaal, hoewel tapisserieën en penantspiegels ontbreken. De prachtige marmeren schoorsteen met gehakte rocailles op de knieën heeft een spiegel die in fraai verguld rankwerk is gevat. Daarboven is in een lijst met sterk gezwenkte contouren een witje met amoretten aangebracht. De oorspronkelijke zijden muurbekleding moest bij de restauratie helaas worden vervangen door een papieren behang met granaatappeldecor. Alle componenten van dit interieur blijken uit hetzelfde stijlgevoel te zijn geboren. De meest westelijke tuinkamer is een smal vertrek met volledig betimmerde wanden in de stijl van Lodewijk XV. In deze boiserie zijn kasten en laden met koperen rococobeslag ingebouwd. Er zijn twee dessus-de-porte en een schoorsteenstuk met de signatuur D.van der Aa 1770.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1974 | | pagina 14