Vér in het water twee mannen, tot hot middel watUnd
in het koude waters_ beschermd door jumiiiklediiig., Qp
zoek naar vis. Op jacht eigenlijk. Even gelijkmatig
als de oevers en de kabbelende golfjes is dus ook
de bodem tot op vrij grote afstand van de wal.
Verdwenen is alle sport en jolijt van mensen en
dieren, ook de fleuren en het geluid van het zomer-
spektakel aan dat zelfde Veersemeer. Ie tenten, de
zeilboten, de buitenboordmotoren, de radio's, het
bonte leven en lawaai bij het zwemmen van de genie
tende kinderen, het is allemaal weg. De grote natuur
heeft toch de rust van de eenzaamheid herwonnen.
Vele maanden achtereen zal de echte natuur veer
heersen in het sobere landschap van dit grotendeels-
aangelegde natuurgebied. De opgekomen wilde struiken
en de aanplant van bossages kunnen nu weer een ei
gen leven leiden.
Diet zo uitbundig als de alles overheersende
mensen dat in de zomer plegen op te schroeven, het
is zelfs wat eentonig, saai bijna. Maar wie er oog
voor heeft ontdekt vele kleuren aan blad, boom en
struik. Ziet de felrode zaden van de wilde roos.
Kijkt naar het gepluimde riet, in golvende beweging
op de lichte wind, en proeft de ruime, steppe
achtige open velden rond de ruime bosaanplant
Konijntjes springen in 't rond, bonte pieten flui
tend hun gedoe uit, ganzen en meerkoeten dobberen
op het water, meeuwen scheren over alles heen.
Dood is er ook. Aangevreten konijntjes, gestor
ven aan de vreselijke mgxosiatose. Dode rogels even
eens. Sen blazende zwaan in stervensnood houdt
nog een loslopende hond op afstand. Eet statige
dier is verlamd en vastgeklonken aan z'n zitplaats-
bij de rand van het water.
Hij vertoont door het blazen zijn hulpeloosheid.
Getroffen door dit beeld en onmachtig hem te verlos
sen bleek hij de volgende vrije zondagmorgen, bij
een terugkeer om hem te voeden, gestorven. Zijn kop
had hij nog in z'n "vitte vcrendek weten te verbergen.
Sen wandeling langs het Veersemeer in de herfst of
in de rintcr is toch een belevenis. T