SCHIPPER MAG IK OVERVAREN
Tentoonstelling in het Rijksarchief in Zeeland
St. Pieterstraat 38, Middelburg
van 5 januari t/m 9 maart 197^>
In Zeeland, dat vroeger bestond uit vele eilanden, vormden de
veren het middel van vervoer tussen de delen van de provincie
en naar de omliggende gebieden. De aanleg van dammen en dijken,
de aanslibbing en het droogvallen heeft het aantal veren gelei
delijk doen verminderen. De uitvoering van het Deltaplan heeft
deze ontwikkeling versneld.
De veren zijn te onderscheiden in enerzijds overzetveren, ander
zijds beurt- en marktveren. Bij overzetveren wordt men over een
stroom of water recht naar de overzijde of in schuine richting
over het water gezet. Onder beurtveren verstaat men gewoonlijk
de veerdiensten, die de wateren of stromen een eindweegs in hun
lengte volgen en - op gezette tijden afvarende - twee of meer
plaatsen verbinden, die op grotere afstand zijn gelegen dan bij
de overzetveren het géval is. De term marktveer wordt gebruikt
voor beurtveren op marktdagen.
Aan wie het veerrecht toekomt heeft het recht om, met uitslui
ting van ieder ander, personen en goederen over te zetten c.q.
per beurtschip te vervoeren.
Het veerrecht behoorde tot de rechten van de souverein, dwz.
aanvankelijk aan de keizer en later betreffende de Zeeuwse ei
landen aan de graaf van Holland en Zeeland en ten aanzien van
het huidige Zeeuwsch-Vlaanderen aan de graaf van Vlaanderen. De
graaf kon het recht van veer aan zich behouden en het zelf ex
ploiteren door middel van verpachting, waarvan in Zeeland enige
voorbeelden bekend zijn tot in de zestiende eeuw. Hij gaf een
enkele maal een veer in gebruik tot wederopzegging of voor het
leven. Dit laatste deed de graaf in de veertiende en vijftiende
eeuw om personen uit zijn hofhouding te belonen voor hun werk
zaamheden. Graaf Philips gaf in 1^62 de veren van de stad Tholen
en Schakerloo in eeuwigdurende erfpacht aan de stad. Gewoonlijk
gaf de graaf het recht van veer in leen bij akten van belening
met een ambachtsheerlijkheid. Ook kwam het voor dat een persoon
alleen met het veerrecht werd beleend.
Van enkele ambachtsheren zijn archivalia uit de Middeleeuwen
bewaard gebleven, bijvoorbeeld van leden van het geslacht Van
Borssele, o.m. van Frank van Borssele, heer van St. Maartens
dijk, laatste echtgenoot van Jacoba van Beieren, en van de heren