Beide panden zijn sinds 1947 als museum ingericht. We mochten vrij door de panden rondwandelen waarin een grote collectie meubelen en voorwerpen is ondergebracht, met op zolder een visserijafdeling. Na deze bezichtiging en na de koffie maakten we een korte wandeling door Veere waarbij ons bestuurslid Be Meij bij het stadhuis en de cisterne bij de kerk een histo risch overzicht gaf. Be excursie werd besloten met een be zoek aan de plaats op de stadswal waar onlangs, door toe doen van dhr Be Meij zelf, 17 geraamten zijn blootgelegd. Van de geraamten die het dichtst aan de oppervlakte la gen, ontbraken de schadels. Mogelijk zijn ze eerder bij het omlaagploegen van de grond verloren gegaan. Uit par ticuliere middelen is geld verzameld om dmv de C-14 me thode de ouderdom te laten vaststellen. 0 0 0 Naar aanleiding van deze excursie naar Veere stuurde ons lid dhr. J.l. Heerebout uit Vlissingen ons volgend ge dichtje van J.J. Poissonnier (dichter aan iemand bekend?) (Zeker is dat "Het Vrouwtje van Stavoren" hem niet onbe kend zal zijn voorgekomen!) Aan de oever van de Schelde ligt, vreedzaam, stil ja doodsch Het' oude stadje Veere Voorheen eens rijk en grootsch Baar kwamen vele schepen Belaan met rijke vracht Baar waren stapelplaatsen Waar men de koopwaar "bracht. Wel varen nu de sdi epen Nog naar de.Noordzee heen Toch brengen zij hun schatten Helaas wat vi-sch alleen No g wijzen veel gebouwen Op zoo roemrijk verleen Gaar 't eens zoo mooie stadje s nu slechts stil en kleen. Er was een tijd dat Veere Eens bloeide in volle pracht Boch thans is het verdwenen En Veere steeds nog wacht Op nieuwe bloei en rijkdom Op tijden als voorheen. 0 0 0

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1972 | | pagina 6