22 DE ONTWIKKELING VAN RUND EN VEEHOUDERIJ. door E.P. OLDENEAMP. Excursie naar ligboxenstal van dhr P. Janse op 2 sept. 1972. Het lijkt me goed, om U een kort historisch over zicht te geven van de rundveeteelt, en vooral van de ontwikkeling van de stalling van de runderen, zodat U "beter de achtergrond en "betekenis van een ultra-modern bedrijf kunt begrijpen. G-aan we ver in de geschiedenis terug, dan zien we, dat de allereerste voorpuder van ons rund een klein roof dier was, ter grootte van een vos. Dit diertje leefde in Azië. Over heel lange tijd ontwikkelden zich hieruit twee groepen runderen; de buffels en de echte runderen liet gaat te ver om U een overzicht te geven van alle rundersoorten; ik- wil mij beperken tot de vormingsge schiedenis van ons huidige rund. Oorspronkelijk kwamen hier twee runderrassen voor in Noord-en West Europa; de oeros met zijn zware hoornen en het korthoornige rund. Deze beide soorten werden al circa 6000 v. Chr. door- de mens als huisdier gehouden, doch eerst sedert 1700 v. Chr. kunnen we hier over echter rundveeteelt spre ken. De mens kreeg vaste woonplaatsen en ging akker bouw en veeteelt bedrijven. Er traden vele kruisingen op tussen de oeros en het korthoornige vee, terwijl de runderen in het wild langzamerhand verdwenen. De vee houderij was nog uiterst primitief. De productie van de dieren was erg laag, de huiden en het viess waren echter zeer welkom. Waarschijnlijk leefden mensen en vee in één open ruimte, 1.Zoals in het Twentse Ló'ss Hoes. 2.Later hield men het vee in het oosten van het land-in een potstal; dat was een stal, die diep uitge graven was en waarin men stro deponeerde. Naarmate de winter verstreek, kwamen door de uitwerpselende koei en steeds hoger te staan. Het melken moest op een zeer primitieve en onhygiënische wijzegeschreden. De melk werd en de bedrijven zelf verwerkt tot boter en kaas. De pro-Qukfen werden- eens per week naar ae markt ver voerd en aan de burgerij verkocht. 3.In een later stadium, in de jarèn 1800-1900, bouwde men groep—stallen. Het vee kreeg een vaste

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1972 | | pagina 23