- 19 - iets af. Een schaapherder, afkomstig van Dreischor, zou voor het hottrappen op de slikken v/el eens gezegd hebben; ik ga biggen trappen. Op Walcheren is dit woordgebruik echter onbekend. Ook Br. G-hij sen vermeld er niets over in het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten. Een verklaring wordt gegeven door K. Wielemaker, die in 1904 heeft geschreven het boekje; BIGGEKERKE, zijn burgerlijke en kerkelijke geschiedenis. Deze schrijft; "Eigenlijk is hier een vergissing in hst spel, begaan- door den Hoogen Baad van Adel, bij de vaststelling der gemeentewapens, 'k Vermoed., dat deze daarbij Smallegange gevolgd is; deze geeft beide wapens, doch plaatst onder t oorspronkelijke wapen van BiggekerkeBEKERKEer onder dat van Krommenhoeks; BIGGENKERKE. Wist hij wel licht niet, dat. 11- eerste de gewone verkorting van 't tweede is?". Hoe de verklaring van Sierksma in de wereld is ge komen, is nog niet achterhaald. Mogelijk is dit voort gekomen uit een toelichting bij het aanvragen om erken ning van dit wapen bij de Hooge Baad van Adel, een toe lichting die niet met redenen gestaafd is. Bij de heraldiek zijn overigens een onnoemelijk aantal figuren naar voorv/erpen uit de hatuur en die door ontwerpers zijn vervaardigd of uitgedacht, in ge bruik. Meestal hebben deze figuren een symbolische be tekenis. Dit geldt voor de leeuw in het wapen, die klimmend of en profil getekend kan zijn, doch ook gaan de en aanziende. Er zijn wat dg dieren betreft adelaars, merlettes (merels), eekhoornsgriffioenen, enz. Volgens de WP, 6e dr, p. 352, komen ook de koe en ds vis cikwij_ls voor in wapens van geslachten (en olaatsen?)~in waterrijke graslanden en aan zee,"terwijl in bosrijke streken het hert en de~iikël Eun plaats in vele wapens innemen. Nu komt het begrip "waterrijke streek" voor het vroegere weidegebied rond Hoogelande, Krommenhoeks en Biggekerke wel overeen met de toen bestaande werkelijk- h id (omstreeks 1800 dus). Zou de ontwerper dit begrip tot uiting hebben willen brengen in het gemeentewapen .n Krommenhoeks, dat in 1017 hst gemeentewapen van

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1972 | | pagina 20