- 18 - massa kleine gelijkvormige grafstenen met de namen van alle mensen, vele tientallen, die op die catastrofale oktoberdag van 1944 in hun kleine dijkstal de bevrij ding van Zeeland dus Nederland) met hun leven betaal den. Het is heel stil op dit kerkhof in de schaduw van de reuzentoren, alleen de wind hoor je langs het toren lijf zuchten. 33e geschiedenis van Walcheren is nergens zo duidelijk hoorbaar. Toen wij later met de bus terug naar Middelburg reden, langs de duinen van de badplaats Zoutelande, over de poëtische kerkring van Biggekerke en voorbij het voormalige buiten Ter Hooge, ging de her innering aan de Domburgse paalhoofdenprocessie zich met die van de dodenakker achter de lichttoren van Westka- pelle vermengen tot één diep-echoê'nd slotakkoord. Zo'n dagje in Zeeland doet je wat (Met toestemming van de schrijver overgenomen uit het Algemeen Handelsblad N.R.C. van 10-5-72.) 0 0 0 PE0BLM5N HOND EBT G- EH E5NI EB AP EN VAN BIG-GEEBREB. Het gemeentewapen van de voormalige gemeente Bigge- kerke, vastgesteld op 31 juli 1817 is een zwart schild met 3 zespuntige sterren van goud, geplaatst 2 en 1af wisselend inet 3 vissen van zilver. (El. Sierksmas De ge meentewapens van Nederland; 1962, Prisma no. 501.) Sierksma vermeldt er verder bijs Volgens de aantekeningen bij de officiële registers zijn. de afgebeelde vissen na der te kenmerken als "scharretjes". Op deze manier is 't een sprekend wapen; deze visjes worden nl. hier en daar in de volksmond "biggen" genoeiad. (einde citaat). Bij een radio-uitzending van het programma "Weer of geen weer" gaf de bekende BertG-arthof deze verklaring, die opgevangen werd door één van onze leden. De verkla ring over het gebruik van het woord "scharretjes" voor "biggen" maakte een vreemde indruk. Heeft ooit iemand op Walcheren, afkomstig van Wal cheren, het woord biggen voor scharretjes gehoort? On danks alle nazoeken en informeren bleek niemand deze ver klaring te kunnen geloven. Slechts mevr. Van Nieuwenhuij- sen, onze penningmeesteressewist van dit woordgebruik

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1972 | | pagina 19