"Het huis van VAN LOON". C.I.v. Naar aanleiding van de bespreking van het door Oer rit Willem van Loon geschreven boek over zijn vader Hen drik Willem denk ik terug aan het huis, waarin deze Hendrik Willem gedurende zijn verblijf van enkele jaren in Veere woonde. Toen-mijn ouders in het begin der dertiger jaren naar Veere verhuisden, ging ik met mijn moeder samen op v/at je nu zou noemen huizenjacht. Lat was toendertijd niet zo enerverend als tegenwoordigs er was lege woon ruimte genoeg en het was een kwestie van het gunstigste uitkiezen. Lit gunstigste was in ons geval een groot, oud huis aan de kade, genaamd "de Houttuin", bij de Veerse bevolking beter bekend als "het huis van Van- Loon" Aan de voorkant had het een zware voordeur en twee ra men, en het stuk tussen deze ramen werd van onder in beslag genomen door een schuin aflopend kelderluik. Al het houtwerk aan de voorkant was helder blauw geverfd. Het kelderluik gaf toegang tot een grote kelder, waar in zich o.a. een welput bevond. Het water hieruit werd gebruikt om ramen en stoep schoon.te maken en werd door onze werkster in de kelder met een aker geput en dan de trap opgedragen. Lit gebeurde zonder morren, het ehige, waarover ze zich bij Moeder beklaagde, was, dat er "pu- jen en pajjen" in de kelder zaten! Een inspectietocht van mijn vader leverde het resultaat op, dat hij inder daad enige padden ontdekte, die zich metterwoon tussen de halfvergane stenen gevestigd hadden. Le "pujen", waarmee onze brave werkster waarschijnlijk "puten", of in goed Nederlands "kikkers" bedoelde, lieten verstek gaan. Le fauna v/erd echter een vestigingsvergunning toegestaan, en ze leefden, denk ik, nog lang en geluk kig. Achter de voordeur bevond zich een lange gang, die zoals aan de Veerse Kade gebruikelijk, naar achter toe afliep. Lat dit affectief was, hebben we een keer erva ren, toen tijdens een hevige najaarsstorm, gepaard gaan Gerard Willem van Loon; The Story of Hendrik Willem van Loon.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1972 | | pagina 13