lijk maakt waarom keizer Otto Walcheren aan zijn jonge
vrouw ken schenken; veel oud-Romeinse nederzettingen
zijn immers na de val van Rome in handen van Roomse kei
zers ("deutscher Ration") gekomen.
Hoe dan ook, de (fraaie fotokopie van de) purperen-
oorkonde hangt nu achter glas in het rijksarchief in Zee
land, in de Middelburgse St.Pieterstraat, waar een ten
toonstelling wordt gehouden die "1001 jaar Walcheren"
heet. Waarom 1001, terwijl toch 972 juist 1000 jaar gele
den is? Pie 1 moet de zaak sprookjesachtig maken, want
uit het bovenstaande is al gebleken dat de geschiedenis
van Walcheren al veel verder (niemand weet precies hoe
ver) in het verleden reikt - in sommige delen van Zee
land zijn zelfs bewoningssporen gevonden van 10.000 jaar
vóór het begin van onze jaartelling.
Pe tentoonstelling is niet groot en omvat slechts
één zaal van het moderne archiefgebouw, maar er is toch
zoveel te zien dat we er gemakkelijk anderhalf uur voor
mogen nemen. Het zijn niet zozeer de voorwerpen uit de la
te ijzertijd en uit de romeinse periode, die alle aandacht
vergen - we hebben die huisdierbotten, scherven gebruiks-
aardewerk, dakpannen en inscripties al zo dikwijls gezien
- maar des te meer de dingen, die herinneren aan de tijd
beginnende bij de 6de eeuw, toen Walcheren een lange peri
ode van verlatenheid achter zich had als gevolg van ger-
maanse rooftochten en overstromingsrampen. Op wandkaarten
is de situatie duidelijk aangegeven.
Buiten de kust van Pomburg ontstond een "heidense"
handelsplaatsdie wellicht Walcheren heette. Hier was
het, dat Willibrord - komend van zijn lerso klooster -
voet aan wal zette, een beeld van Mercurius (zegt men)
stuksloeg en een kerk stichtte. Pie oudste kerk van Wal
cheren besta-at al sinds het jaar 1000 niet meer, zoals in
do loop van de tijd zoveel kerken aan de kust van de lage
landen door de zee verzwolgen zijn; maar de Walche-rse moe
derkerk had inmiddels verscheidene dochterkerken voortge
bracht: in Oost- en Westkapelle en in Middelburg en Sou
burg. Be hele kerkgeschiedenis van Walcheren in de hoge
en late middeleeuwen ligt in vitrines te kijk in de vorm
van (onleesbare, maar prachtig versierde) documenten, al
le voorzien van helder (getypt) commentaar.