Kreeftenvissers, koks en fijnproevers kijken er al maanden naar uit. Op 1 april start het kreeftenseizoen weer. De Oosterscheldekreeft is niet meer weg te denken uit de betere Zeeuwse restaurants. Liefhebbers komen van heinde en verre om van de speciale kreeftensoort te genieten. De vissers zijn zuinig op de populatie en vissen alleen volgens de onderling afgesproken 'erecode'. De zilte lucht komt ons tegemoet als we de steiger bij Het Luitje in Zierikzee op lopen. Dit is de uitvalsbasis van kreeftenvisser Jan van Westenbrugge (57) en zijn compagnon Evert van de Zande (22). Tussen 1 april en 15 juli varen zij dagelijks de Oosterschelde op om hun fuiken te lichten. Jan: "Op een goede dag komen we thuis met wel vijftig kreeften. We vangen er meer, maar we gooien bevruchte vrouwtjes en kreeften onder de 24 centimeter terug. Zo houden we de popula tie in stand en kunnen we ook volgend jaar onze boterham verdienen." Een prachtexemplaar Terwijl we de Oosterschelde opvaren, vertelt Jan aan één stuk door. "Kreeften brengen een deel van het jaar in winterslaap door. Pas als het water boven de 6 graden Celsius is, ontwaken ze en gaan ze op zoek naar eten. Dat doen ze meestal niet overdag. Pas als het donker wordt, kruipen de kreeften onder hun steen vandaan. Wij lokken de kreeften met visresten in onze fuiken." Ter hoogte van het 'stille strandje' licht Evert een van de fuiken. Trots haalt hij de buit bin nen. Het is een prachtexemplaar; lang en slank, diep bruin van kleur met groenblauwe scharen. De kreeft wordt eerst opgemeten. "Dit mannetje voldoet ruim aan de eisen", legt Evert uit. Behendig brengt hij elastie ken rond de scharen aan. Dan verdwijnt de kreeft in de speciale laadruimte van de boot. De kreeften worden aan het einde van de middag persoonlijk door Evert of Jan bij de restaurants afgeleverd. "Verser kan het niet!" Nieuwe jas Kreeften groeien regelmatig uit hun jasje. Jan: "Volwassen dieren verschalen eens per jaar, maar kleintjes die harder groeien veel vaker. Om voldoende kalk aan te maken voor hun nieuwe jas eten ze hun oude schaal op." Als ze verveld zijn, zijn ze week en kwets baar. Maar alleen in deze toestand kunnen ze zich voortplanten. Vrouwtjes doen dit pas vanaf hun zevende levensjaar. "Het voort plantingsproces van de kreeft is heel bijzon der. Zodra het vrouwtje een nieuwe schaal heeft, brengt ze de bevruchte eitjes naar buiten en bewaart deze onder haar staart. Ongeveer negen maanden later, laat ze de eitjes pas los." Uit de eitjes komen kleine larven, die voordat ze naar de bodem zakken een paar weken in het water dwarrelen. "Niet alle larfjes redden het, zul je begrijpen. Zij zijn een lekker hapje voor de vissen." Noorse voorvaderen? In 1883 ontdekten vissers voor het eerst een kreeft in de Oosterschelde. Vermoede lijk zijn er larfjes van Noorse kreeften door 20 Zierikzee Scherpenisse door Manon Veroude

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 2011 | | pagina 20