'De Kreekraksluizen liggen in het Schelde-Rijnkanaal. In 1969 startte de bouw en in september 1975 vond de opening plaats. Lengte sluiskolk: 320 meter Breedte sluiskolk: 24 meter Overbrugging peilverschil: 1,80 m boven NAP Vrije doorvaarthoogte: 9,10 meter Waterdiepte: minimaal 5 meter Bodembreedte vaarweg: tussen 120 en 150 meter Kees: "Als klein jochie was ik al geïnteresseerd in techniek en de Deltawerken. Deze fascinatie voor de technische hoogstandjes van werk tuigbouwkunde en weg- en water bouw is er nog steeds." Een bezich tiging van het sluizencomplex stond dan ook hoog op zijn verlanglijstje. Ron Karelse (48) van Rijkswaterstaat is bereid hem op het complex rond te leiden. Eersterangs "Voordat we beginnen gaan we eerst een bakje koffie drinken in de bedieningstoren", besluit Ron. Het uitzicht bovenin de prominente gele toren is overweldigend. Je ziet het Schelde-Rijnkanaal, het Zoom meer en de Oosterschelde. Aan beide kanten liggen schepen in de sluizen te wachten totdat het water het juiste peil heeft bereikt om verder te varen richting Antwerpen of Rotterdam. In de bedieningstoren houden drie sluiswachters, operators, op tiental len schermen de vaarbewegingen van de schepen in de gaten. En via de marifoon komen gesprekken in verschillende talen de toren bin nen. "De operators bepalen in welke kolk (sluis) het schip terechtkan en melden dat aan de schipper via de marifoon", vertelt Ron. Operator Jan vult aan: "De schipper levert via de computer allerlei gegevens aan zoals de grootte van het schip, de lading, maar ook het gewicht en het aantal personen aan boord. Dat is belang rijk om te weten als er zich calamitei ten voordoen." Schepen met gevaar lijke stoffen dragen een bord met een blauwe kegel. Schepen met twee blauwe kegels vervoeren gevaarlijke en vluchtige stoffen. "Deze schepen moeten in de sluis minimaal vijftig meter uit elkaar liggen", zegt Ron. Trapje op, trapje af We verlaten het warme gebouw en lo pen tegen de harde wind in naar een van de acht torens van de sluizen. De torens variëren in hoogte van 36 meter tot 39 meter (boven NAP) en in elke toren hangt een contragewicht van 52 ton om de sluisdeur op te ha len en te laten zakken. Een dergelijke deur inclusief rijdek weegt 195 ton. We nemen een kijkje binnenin en dalen de trappen af naar de kelder van het mechanisme voor de sluis deur. Op dat moment is het mecha nisme in beweging en produceert ongelooflijk veel lawaai. Vier dikke staalkabels draaien rond de kabel trommel en lopen omhoog naar het omloopwiel. Gelukkig is even later de sluisdeur weer dicht en kan Ron weer verder met zijn technische uit leg aan Kees. Kees is erg nieuwsgierig naar het omloopwiel en we klimmen via een heleboel steile trappen naar de toren. Via een smalle opening is de sluisdeur en het contragewicht te 17 techniek op de grens van Sèet en ^§ftl

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 2011 | | pagina 17