ft
Fase 1:
staat van paraatheid
verwachte waterstand
3,30 - 3,70 m boven NAP
bij Vlissingen
Fase 2:
dijkbewaking
verwachte waterstand
3,70 - 4,10 m boven NAP
bij Vlissingen
Fase 3:
uitgebreide dijkbewaking
verwachte waterstand
4,10 m of hoger boven
NAP bij Vlissingen
Tijdens het stormseizoen, van oktober tot april,
houden waterschappers de weersvoorspellin
gen extra in de gaten. Via de computer wordt
gekeken naar de windkracht, windrichting en
waterhoogtes. "Er zijn veel stormen waarbij we
niet in actie hoeven te komen", vertelt Dook
Musters, coördinator dijkbewaking. "Als bij
doodtij een flinke storm woedt, is er nog niets
aan de hand. Dan kan er gerust door de storm
een paar meter extra water komen. Dijkbewa
king is dan niet nodig. Als een hoge waterstand
wordt verwacht, het springtij is en de wind
waait uit het noordwesten, gaan onze voelsprie
ten uit en houden we de dijken nauwlettend in
de gaten. Het kan zijn dat dan zo'n tweehon
derd waterschappers in actie komen."
Oefenen zonder storm
Om goed voorbereid te zijn op zo'n storm, hou
den de waterschappers verschillende oefenin
gen. "Gewoon om te weten hoe iets werkt en
om zeker te zijn dat we alles aankunnen zodra
het echt zo ver is," vertelt Dook. Zo worden alle
coupures meestal eens per jaar gesloten. Een
coupure is een onderbreking in een dijk door
een spoorlijn of weg. Door die de af te sluiten
met balken of schotten, vormt de dijk weer één
geheel. Ook alle afsluitbare duikers (buizen) in
dijken draaien we voor elk stormseizoen even
dicht. Zo weten de medewerkers of ze werken.
"Het zijn de kleine dingen die je wel moet weten
om het werk goed te kunnen doen in een nood
situatie. Dan moetje niet nog op zoek naar die
ene slinger of sleutel", geeft Dook aan.
Meteodiensten
Als een storm in aantocht is, ontvangt het
waterschap vroegtijdig een waarschuwing van
de Meteodiensten. Dan worden alle betrok
kenen geïnformeerd en komt het draaiboek
dijkbewaking op tafel. Omdat we ruim op tijd
8