beeld
kijk
i
15
Een verrekijker op de boulevard brengt
de wereld dichterbij. Een kwartje voor
een minuut ongekend kijkgenot. Met
name een kinderhand is snel gevuld.
Vastgehouden door mijn vader, hij
balancerend op één been, de andere
omhoog, dienstdoend als wankel kruk
je, zijn sterke armen rond m'n middel.
En dan proberen mijn oog en het oog
van de kijker op één lijn te krijgen. Als
gevolg daarvan een dansend beeld.
Daardoor zie je de voorbijgaande
schepen niet echt scherp. Daardoor lijken
de golven nog hoger en de zee nog
indrukwekkender. De seconden tikken
weg, zijn been blijft sterk. Een rots in de
branding. Tot het moment dat het klep
je valt en de wereld weer sluit. Alleen
de zee sluit niet, de golven stoppen
nooit en de dreiging houdt nooit op.
Als ik weer op de begane grond sta, sta
ik daar niet bij stil maar draai me om en
zeg: "Nog een keer."