Poldermodel
Van de dijkgraaf
In de polder ben je heel dicht bij de mensen
bezig en dan is het vaak nodig een compromis
te vinden tussen de belangen van het water
schap (efficiënt maaien) en de belangen van
de polderbewoner (waterschap pas op het
land als de oogst weg is). Ik denk dat de pers
daar de term 'poldermodel' vandaan gehaald
heeft en vervolgens heeft losgelaten op de
landelijke politiek. Maar het poldermodel is
Ik heb in deze column al veel voorbeelden
genoemd van samenwerking met gemeenten
en provincie, die winst voor de burger oplever
den. Dat is een poldermodel dat in stand moet
blijven.
Overigens werkt dit ook goed met andere
partners. Structureel overleg met ZLTO, ZMF en
natuurterreinbeheerders leidt tot begrip voor
eikaars standpunten, maar ook tot oplossingen.
afgaan en dat doel is veiligheid. Maar ook hier
toch weer het poldermodel: met andere
belangen rekening houden. Bijvoorbeeld eco
nomische belangen als de veiligheidsfilosofie
dit toelaat. In dit geval is overigens bewezen
dat het poldermodel niet betekent: het ver
maken van een aantal standpunten tot een
waterige eenheidsworst. Ondanks de intentie
van Rijk, provincie en waterschap om geza-
DOOR W.A. GosiSELAAR
uit', althans in Den Haag. Je kunt er op den
duur te weinig mee naar links of naar rechts
en je moet teveel door het midden. Is het
poldermodel dan ook niet meer 'in' voor de
vaterschappen? We hebben het uitgevonden,
.ve hebben er goede resultaten mee geboekt
en moeten er dustnee doorgaan. Immers, als
functioneel bestuur kunnen we goed uit de
voeten met een route door het midden: recht
op ons doel af. Het behartigen van de kern-
laken, die voor iedereen van belang zijn.
Wel is van belang de manier waarop je recht
op je doel afgaat. Een staatssecretaris zei
onlangs: 'Het zaken doen met de waterschap-
oen is erg plezierig; ze gaan wel recht op hun
loei af, maar je weet precies wat ze wilien en
r zitten nooit dubbele bodems in hun verzoe
ken'. Of zoals een provinciaal ambtenaar zei,
'oen hij afscheid nam van de waterschappen:
Jullie kwamen altijd met oplossingen als we
ven probleem hadden, terwijl anderen vaak
net een probleem kwamen als wij een oplos
sing bedacht hadden'.
Ons eigen waterbeheerplan is daar een goed
voorbeeld van, maar ook het dammenbeleid
en de nieuwe manier van omgaan met de
waterlopen. Ook burgers zijn partners, denk
aan het vele overleg over verkeersmaatrege
len, groenstructuurplan enzövoort.
Eén van onze doelen is veilige zeeweringen.
Samenwerking met hqt rijk in het project
Zeeweringen heeft ons jaren voorsprong
opgeleverd ten opzichte van de rest van
Nederland. Naar aanleiding van een recente
dijkbewaking was in het verslag te lezen dat
de natuur zich niet aan het officiële stormsei
zoen gehouden had. Als het weer zich dan zo
grillig gedraagt, is het dan niet beter om
bovengenoemd project voorrang te geven
boven jarenlange discussies over taakverde
ling, competentiesën bevoegdheden? Ook
het klimaat, de zeespiegelstijging enzovoort
mogen grillig genoemd worden. Meer aan
dacht voor kustontwikkeling, robuuste dui
nen, is zeker op zijn plaats. Ook bij dit onder
werp geldt: als waterschap helder op je doel
menlijk een kustbeleidsplan op te stellen,
waarin alle belangen worden afgewogen,
heeft Zeeuwse Eilanden toch duidelijk een
eigen gezicht laten zien met het strandpavil-
joenbeleid. Natuurlijk zit er wel eens een val
kuil in de rechte weg, waar je (links of rechts)
omheen moet rijden. En natuurlijk leg je de
rechte weg niet altijd zo snel af als je wel zou
Willen, maar dat mogen geen redenen zijn om
van samenwerking af te zien.*)
Niet alle samenwerkingsvormen kunnen hier
besproken worden, maar de afspraken met
Staatsbosbeheer over het Veerse Meer zijn het
vermelden waard. Maar ook met OLAZ en
Delta werden en worden de mogelijkheden
om gezamenlijk iets positiefs voor de burger
te doen regelmatig bekeken.
Kortom, zolang je handelt in het belangj/an
de burger, je eigen gezicht laat zien en geen
al te lange tenen hebt, is voor het functioneel
bestuur het poldermodel een waardevol
instrument.
juli 2002
3
waterwerker